De Schippers van Pacific Blue!


De Langste dag

Weer was de langste dag voorbij.
De dagen kortten nog nauwelijks merkbaar, maar wij wisten 't, ook deze zomer zou voorbijgaan.
Weer ging de dag ten einde, weer verbleekte 't felle rood boven de kim, 't water in de verte hield nog maar nauwelijks kleur, duisternis kroop alweer op uit de aarde, nu was 't Kanaal in de verte verdwenen in de nacht.
Wij waren zeer droevig om alle dingen die voorbijgegaan waren en om ons leven dat eindigen moest, als al deze dingen zouden doorgaan.
Nog enkele malen zouden wij de dagen zien lengen en daarna zouden wij niet jong meer zijn.
En nadat nog enkele malen de witte en de roode kastanjes gebloeid zouden hebben, zouden wij sterven, in de kracht van ons leven of als oude mannetjes wellicht, wat nog erger zou wezen.
En weer zou de lucht rood wezen en het Kanaal zou er allicht ook nog zijn, geel in de schemering, en ze zouden nergens van weten.

Uit "Mene Tekel" van Nescio waarbij "kanaal" voor deze gelegenheid met een hoofdletter is geschreven.


Paula

Ik herinner me nog heel goed dat ik als vier-jarige bij het pontje tegenover de Kaag-societeit aan de hand van mijn vader stond te wachten op de 16 m2 met mijn twee grote broers en mijn grote zus.
We zagen ze al gauw aankomen en we werden begroet door mijn oudste broer met de beleefde woorden: "Jeetje man, hoe heb je dat kind mee kunnen nemen? Het waait veel te hard.
Gelukkig vond mijn vader dat het wel meeviel en dus gingen we niet naar huis terug. Grote broer zei tegen me: "Ga hier maar onder de buiskap zitten en niet bang zijn als we schuin gaan. Er gebeurt niets."
Ik was toen al zo slim dat ik dacht: "Ik moet nu niet zeuren anders mag ik nooit meer mee." Ik doorstond de proef gladjes en mocht daarna ook vaker mee. Zo is het gekomen! Mijn oudste broer kocht later een kajuitzeiljachtje en mijn oudste zus een Schakel. Met haar bracht ik menig uur door op de Kaag in die Schakel.

Later zeilde ik in Drimmelen en in de Biesbosch met mijn eigen Schakel. Met de reefgaatjes dichtgeplakt; "Want dat ging harder."
Begin jaren zeventig leerde ik Henk kennen. Hij leerde mij koken en ik leerde hem zeilen in het Schakeltje. Zo trokken we door de Biesbosch met Primus, slaapzakken en dekzeil. Als je van elkaar houdt is zo'n bootje niet gauw te klein.
In 1974 trouwden we en gingen letterlijk het Wibo-7.10-huwelijksbootje in. Dat was overigens wel een huwelijksreis met zes weken beestenweer. We kregen twee kinderen en kochten een Optima 92. Ons zeilgebied werd het IJselmeer, de Wadden en de Zeeuwse wateren omdat ons motto was: "Zeilen moet ook voor de kinderen leuk blijven."
Toen Henk overleed wilde ik, koste wat het kost, blijven zeilen.
Mijn plan was om een wereldreis te gaan maken met de twee kinderen maar dat durfde ik in m'n eentje toch niet aan. De eerste keer alleen op stap deed ik met mijn jongste zusje. We zijn de Gouwzee opgevaren en aan het manoeuvreren gegaan. Menig tochtje maakte ik op het IJselmeer met mijn bemanning van vier en vijf jaar oud. Later zeilde ik ook veel met mijn vriendin samen met onze vier kinderen. Ook zeilde ik af en toe met bevriende mannelijke zeilers naar België, Helgoland en Engeland.

Tot ik op een onbewaakt ogenblik in 1999 bij Peter aan boord stapte voor een vakantie naar de Kanaal eilanden. Peter was toen alleen en ik was wel aan een vakantie toe. Achteraf was dat de kat op het spek binden. Want er volgde een romantische en stormachtige relatie en het besluit om een wereldreis te gaan maken was al gauw genomen. De afgelopen jaren hebben we veel mijlen gemaakt tijdens Driehoeken Noordzee en trips naar Zweden, Finland, Rusland, Schotland en Engeland en Frankrijk.

Zodoende dus! We hebben de stap genomen en een mooie Breehorn 44 laten bouwen en inmiddels zitten we in Rio de Janeiro (Mei 2007).
Peter

Ik ben 59 jaar en sinds drie jaar met ETS (vut) na een actief leven van 34 jaar als luchtverkeersleider op Schiphol en bij Eurocontrol. Ik werd geboren in 't hartsie van Utrecht op de Wittevrouwenstraat-twee hoog. Na mijn jeugdjaren in Zuilen (Utrecht Noord) en het beëindigen van mijn HBS-B op het Thorbecke Lyceum kwam ik in februari 1968 op de Rijks Luchtvaartschool op vliegveld Eelde terecht.

Reeds toen was er het gevoel: "Ik wil beslist niet mijn hele leven achter een bureau zitten". Omdat een carrière als gevechtsvlieger niet mogelijk was met mijn lengte van 2.02m en een opleiding tot verkeersvlieger er qua financiën niet in zat, was een opleiding tot luchtverkeersleider aanvankelijk een tweede keus. Ik heb er echter achteraf nooit een moment spijt van gehad. Ik heb het altijd een uitdagende baan gevonden. Vergelijk het maar met drie dimensionaal schaken.

De technologie van de luchtverkeersleiding heeft in die 34 jaar een grote vlucht genomen. Zowel op Schiphol (SARP II) als bij Eurcontrol raakte ik betrokken bij systeemontwikkeling vanuit de operationele kant. Met name op de laatste jaren bij Eurocontrol kijk ik met voldoening terug, omdat ik het gevoel heb dat ik er flink toe heb bijgedragen om het nieuwe -bijna ten dode opgeschreven- computersysteem om te vormen tot een zeer geavanceerd en goed bruikbaar systeem.
Het was in 2003 waarschijnlijk één van de meest geavanceerde systemen ter wereld. En ik ben er trots op dat ik op dit systeem als actief verkeersleider afscheid heb kunnen nemen. Dat is niet ieder 55-jarige gegeven.

Nadat ik in de zestiger jaren al eens op Loosdrecht had meegezeild met een schoolvriendinnetje en haar ouders, begon ik in 1968 -tijdens mijn opleiding in Eelde- met het huren van een 16m2 op het Paterswoldse Meer. Niet gehinderd door veel ervaring ging dat toch best goed. En ook het varen met een overnaads tweemastertje van zwager Ad ging steeds beter.

Na het charteren van een tjalkje "De Nieuwe Zorg" met zwagers en schoonzusters in het voorjaar van 1974 mondde dat uit in het bestellen van een stalen casco van een Baarda Grundel dat ik in de winter van 1974-1975 samen met mijn vader afbouwde. We lieten er een zadeldakkajuit met patrijspoorten opzetten en hoewel het niet één van de mooiste platbodems was, was het wel een ruim, stoer en betaalbaar scheepje waarmee van 1975 tot 1993 werd gevaren op IJselmeer en Waddenzee en zelfs naar Denemarken.

Inmiddels waren er drie tieners, een hond, een piraatje en twee surfplanken met masten, zeilen enzovoort. Het is nu nauwelijks meer voor te stellen hoe primitief, maar ook hoe leuk dat vaak was. Begin negentiger jaren ontstond langzamerhand het idee om eens naar een ander schip uit te kijken.
In die tijd had ik al enige malen in Griekenland en Turkije gezeild op "Morning Cloud" IV, een Sparkman and Stephens, oorspronkelijk van Premier Heath van Engeland. Dit was zeilen in een andere dimensie.

In 1992 en 1993 werden bootshows bezocht en folders aangevraagd.Gezien de prijzen van nieuwe schepen werd aanvankelijk gezocht op de tweedehands markt. Omdat we weinig inzicht hadden in de markt van de scherpe jachten varieerde de belangstelling tussen bijvoorbeeld een Moody 35 en een Dehler 34 of 36; nogal een verschil dus.
Begin 1994 kochten we het Schepen Jaarboek en daarin vonden we onafhankelijk van elkaar informatie over de Breehorn 37; een moderne klassieker. We vroegen informatie aan bij Jachtwerf Elahuizen en aangezien de tweedehands prijzen van Breehorns bijna net zo hoog zijn als nieuwprijzen begonnen we er over te denken om een nieuwe te bestellen; temeer daar de levertijd toch zo'n drie jaar zou bedragen.

Inmiddels was onze zeegrundel "De Steert van BreeSant" in de verkoop gedaan. Toen we haar begin 1994 naar de makelaar zouden gaan brengen -na een grondige schilder en lakbeurt- wilden we terzelfder tijd eens gaan kijken in Elahuizen om de Breehorn 37 in het echt te zien. Ik belde op een vrijdag begin april en kreeg Batje van den Berg aan de telefoon. Tot onze verrassing vertelde ze dat er een splinternieuwe 37 voor de loods stond die door omstandigheden te koop was.
De volgende dag zou er een advertentie in de Telegraaf komen. We spraken voor maandag af en ontmoetten toen voor de eerste keer Laus en Batje van den Berg. We hadden onmiddellijk een goed gevoel bij deze mensen en deze werf. We kregen koffie van Batje en er werd zelfs gevraagd of we bleven eten. Uiteraard bekeken we het schip. We waren eigenlijk direct verkocht. Het plastic zat nog om de bekleding. Inmiddels werd er ook veel gebeld op de advertentie maar wij waren in het voordeel omdat we al ter plaatse waren. Doordat ik al enige financieële voorzorgen had genomen konden we eigenlijk zeggen dat we het schip wilden kopen. Ik zou de volgende dag naar de bank gaan om enige zaken te bespreken en zou dan laten weten of het door kon gaan. Dit werd (en dit is tekenend voor Laus) met een handdruk bekrachtigd. Er is nooit een handtekening gezet. Alleen een telefoontje op woensdag dat het doorging.Zo konden we dus begin mei 1994 ons nieuwe schip ten doop houden.

De naam werd na lang nadenken "Pacific Blue". Het moest Engels zijn vanwege onze plannen voor buitenlandse reizen en dit was een toevallige woordcombinatie uit de Oxford Dictionary die we goed vonden klinken. "Blue" natuurlijk vanwege de rompkleur maar "Pacific" in de betekenis van "Stille Oceaan" en "Vredelievend". We hebben er tien jaar geweldig mee gezeild. Helaas voor mij was er begin 1996 niet aan een echtscheiding te ontkomen. Ik heb er voor gevochten maar het mocht niet baten.
Gelukkig was ik in staat om zowel mijn huis als de boot te behouden. Want het leven leek al weinig meer waard. Zonder boot zou het helemaal niets meer zijn.

Ik zeilde enige jaren met vrienden en bekenden en na verloop van tijd begon ik weer meer lol in het leven te krijgen. Ik zeilde toen al regelmatig met de "Kustzeilers". Daardoor kreeg ik steeds meer vrienden en kennissen in de zeezeilerij. Dat wereldje beviel me goed. En zo kwam ik eind 1997 in contact met Paula. Ze zag me binnenvaren in Scheveningen voor een Najaarstocht en was gelijk verliefd op de boot. Ze voer zelf op een Maxi 10.80. Eigenlijk door toeval kwam het er van dat wij in de zomer van 1999 samen gingen zeilen naar Frankrijk en toen was het binnen vier dagen bekeken. Het klikte geweldig en zo kon ik na een zeer moeilijke periode weer vol vertrouwen naar de toekomst kijken. In de jaren erna is er veel gebeurd.

Uiteindelijk heeft Paula haar boerderij verkocht en ik mijn huis in Limburg. Dat waren beslist geen gemakkelijke beslissingen maar ze waren grotendeels onvermijdelijk. Hierdoor waren we wel in staat om met Kerstmis 2003 te beslissen om een Breehorn 44 te bestellen.
In de winter 2004-2005 deden we, als een soort herhalingsoefening,de opleiding KZV (Kleine Zeilvaart) aan de Zeevaartschool in Enkhuizen en we behaalden Marcom-A. Ons schip werd in maart 2005 ten doop gehouden en na wat perikelen tijdens de Driehoek 2005 vertrokken we 17 april 2006 voor onze wereldreis. Dit was voor ons beiden altijd al een droom geweest.

We gaan die droom nu waar maken en het is tot nu toe goed bevallen.


Een minder leuk bericht