Terugblik op Bermuda-Horta
Oh, jongens, wat een mazzel hebben wij gehad en wat tactisch hebben wij gevaren!
Een oceaan oversteek van 1800 mijl, waar we precies 13 etmalen over gedaan hebben
(140 mijl per dag) en die vanaf Bermuda tot in de haven van Faial, Horta een tocht
uit duizenden is geweest. Alleen de tweede dag was een dag met regen en flinke wind
tot ongeveer 30 knopen ( +/- windkracht 6 tot 7) met als gevolg flinke golven. Vooral
die golven maken het vermoeiend omdat de boot dan scheef ligt en wild beweegt zodat
je je niet zo gemakkelijk kan bewegen en je je steeds schrap moet zetten.Dat is
erg vermoeiend en slapen gaat in zo'n hobbelpaard ook niet zo gemakkelijk vanwege
de snelle beweging en het lawaai.
Daarna hadden we elke dag een lekkere, matige wind en zonneschijn. Goed zeilweer!
De eerste nachten verlichtte een mooie volle maan het water, wat de uitkijk vergemakkelijkte
zodat we geen radar o.i.d. nodig hadden. We hebben deze dagen wel het ene na het
andere boek verslonden. Op slapen, eten en drinken na is er op zee weinig anders
te doen. En toch gingen de dagen redelijk snel voorbij. We hebben zelfs twee dagen
de spi op gehad. En we hebben twee maal een etmaal moeten motorren vanwege windstilte.
Ondanks dat vissen voor afleiding zorgt, en als er iets aan de haak zit voor opwinding,
hebben we de hengel niet uit gegooid . omdat we geen trek in vis hadden, Op enkele
Skua's na hebben we jammer genoeg weinig dierenleven gezien ondanks dat ik vaak
over het prachtige indigo-blauwe water heb zitten turen naar o.a. walvissen. Maar
helaas, niet een!
Peter heeft eenmaal een troep dolfijnen in onze boeggolf zien duiken. Alleen de
laatste dag zagen we een paar keer jagende dolfijnen, maar die waren zo ver weg
dat we ze amper konden zien, laat staan er een foto van nemen.
Vanmorgen vlak voor zonsopkomst maakte Peter mij wakker dat we er bijna waren. Toen
ik buiten kwam lagen de twee eilanden Faial en het grotere eiland Pico in de ochtendschemering
voor ons. De vulkaan Pico was nog in wolken gehuld.
Omdat de zon nog niet op was brandden op beide eilanden tot hoog in de heuvels de
lampen nog, wat een mooi effect gaf zo tussen het donkere water en de nog donkere
lucht. En toen we even later de haven indraaiden kwam de zon al op. Met goed zicht
meerden we om 06.30 aan de meldsteiger af in een overvolle haven, naast een Duits
zeiljacht waar iedereen nog in diepe rust was. Om 07.00 vierden we onze aankomst
met een flesje Corona (want we hadden geen champagne of zo) en een broodje gebakken
ei. "We tekenen voor zo'n zelfde tocht als we over een dag of veertien de sprong
van 1200 mijl naar Zuid-Engeland maken", zeiden we tegen elkaar.
Toen tegen negen uur het havenkantoor open ging was Peter er als de kippen bij.
Hij was als eerste aan de beurt en was binnen tien minuten klaar. We kregen een
van de laatste plekjes in de marina toegewezen als derde boot langs de kade . Maar
wel met water, electra en wifi.
De Azoren en vooral Horta zijn, in deze periode van het jaar, de springplank naar
het noorden, naar NW-Europa. Het ligt hier dan ook stampvol met schepen van alle
nationaliteiten. Noren, Zweden, Nederlanders, Duitsers en ontzettend veel Fransen,
maar ook Engelsen, Amerikanen, nou ja van elk land ter wereld liggen er wel een
paar.
Natuurlijk hebben we ook al even een kijkje genomen in het stadje en hebben in het,
voor zeilers overbekende, Café Sport wat gegeten en gedronken. Peter de vroegere
eigenaar van Café Sport leeft wel niet meer, maar alles is na zijn dood nog het
zelfde gebleven.
Vanavond trakteerden wij onszelf op een etentje buitensboots tijdens Nederland-Duitsland.
Dat was balen, hè?
Voor nu, veel liefs van ons, een andere keer meer over onze bevindingen op de Azoren.
Paula en Peter.