Hallo allemaal,
Peter en ik zijn inderdaad op 19 Mei naar het vissersdorpje Tortel gevaren. Uiteraard
in de regen. We waren na ± 60 mijl varen, vlak voor dat de duisternis inviel aangekomen.
Dat was maar goed ook want de kaarten wijken hier 3,5 mijl af.
We vonden een mooi anker plekje dat aardig beschut leek voor de westenwinden. We
lagen daar uitstekend dachten we. Maar achteraf was het maar goed dat we geen lijnen
aan de wal hadden gezet.
Het deed ons plezier weer eens wat mensen te zien wandelen en lichtjes in de huizen
te zien branden; honden te horen blaffen. Het zag er allemaal lekker knus uit. Na
een lekkere rustige avond en nacht zijn we de volgende morgen het dorpje ingegaan.
Helaas regende het weer pijpenstelen. Maar gewapend met een paraplu bleven we wel
redelijk droog.
De "straatjes" zijn gemaakt van cederhouten plankieren met balustrades om je aan
vast te houden. Dat is wel nodig want het kan door de voortdurende regen spekglad
zijn. Zo te zien zijn ze alles aan het opknappen net zoals in Puerto Edén.
Ook hier heeft men een mooi nieuw gemeenschapshuis gebouwd en een paar mooie prieeltjes
met uitzicht over het water waren ook al klaar. Verder was er een leuk speeltuintje
voor de kinderen. En er wordt druk gebouwd aan een nieuwe aanlegsteiger. Ze gebruiken
er precies het zelfde materiaal voor als in Puerto Edén. Maar of het een goede aanlegplaats
wordt voor jachten staat nog te bezien. De plek lijkt ons niet echt geschikt. Wind
en vooral golven zouden wel eens een problemen kunnen gaan geven.
Aan een paar dames vroegen we naar de busverbinding naar het stadje Cochrane. Vandaar
wilden we ergens de grens over zien te komen naar Argentinië. Voor eind mei moeten
we onze visa verlengen en dat zou nu een mooie gelegenheid zijn. Zo zouden we twee
vliegen in een klap slaan; en iets van de omgeving zien en tegelijkertijd onze visa
met 90 dagen verlengen. Dan redden we het mooi tot we naar Nederland komen.
Alles viel mooi op zijn plaats. De bus zou de volgende middag om 14.30 naar Cochrane
vertrekken. Daar konden we dan voor een nachtje een pousada of hotelletje nemen.
En de dag er na, een auto huren om naar een grensplaatsje te rijden. Leuk! We kregen
er echt zin in.
Met die informatie gingen we op zoek naar de plaatselijk olieboer. Toen we die gevonden
hadden kon je er niet alleen diesel en benzine kopen, maar bleek het ook een aardig
supermarktje te zijn. We kochten er 200 liter diesel, eieren, meel en nog wat.
We raakten in gesprek met een paar Tortellenaren. Ze hadden ons de vorige dag binnen
zien varen. Ze vroegen ons het hemd van het lijf. Wilden weten wat voor schip het
was, en uit welk land we kwamen. En waar we allemaal geweest waren. En nu zeker
wachten op een geschikt moment om de Golfo de Peñas over te steken. Van het een
kwam het ander natuurlijk.
Waarop Peter hen vertelde dat we onze visa moesten verlengen en dat we ergens de
grens over wilden naar Argentinië. En hij vroeg hoe en waar we dat het beste konden
doen. Eén van de mannen zei direkt, dat hij een vriend had met een bestelbusje,
die elke dag in die regio pousada's bevoorraadde. We zouden waarschijnlijk wel een
dagje met hem mee kunnen. Hij zou wel even kontakt met hem opnemen via e-mail.
Zo werden meteen e-mail adressen uitgewisseld. En ja hoor, later op de dag kregen
we een e-mail terug dat er wel het een en ander geregeld kon worden. Wij blij, natuurlijk!
Tussen de buien door hebben we, toch onder de paraplu, de dieseltanks tot aan de
nok toe gevuld, alsmede de jerry-cans. Zo was alles zo goed als klaar om de lekker
eens twee dagen op stap te gaan. We wilden alleen nog iemand vragen om een oogje
op Pacific Blue te houden. Er lagen twee plaatselijke jachten bij ons in de buurt
aan een mooring, waar we steeds een soort bewaker op zagen. We dachten dat hij misschien
ook ons bootje wel in de gaten wilde houden.
Na het eten, zaten we met een lekker kopje koffie te lezen toen het af en toe een
beetje begon te waaien. We waren daar niet zo verbaasd over. Want de gribfiles lieten
zien dat er op zee 45 knopen wind op komst was. Maar we liggen hier meer dan 70
mijl van zee.
Opeens kwam er een enorme vlaag wind over ons heen. Peter schoot meteen overeind.
Hij trok zijn laarzen en jas aan.
Ik zei tegen hem: "Hé joh, maak je nu eens niet zo druk. Heb toch eens wat meer
vertrouwen in je anker." Tegelijkertijd zag ik lichten van een schijnwerper en zei
tegen Peter: "Moet je eens kijken, ik geloof dat die bewaker van dat witte jacht
staat te seinen."
"Hoezo seinen?" zei Peter.
"Ja, weet ik veel."
Peter doet het luik open, stapt naar buiten en kijkt om zich heen. En roept: "Paula
kom naar buiten! NU!!!! Kom direkt!"
Ik greep gelukkig nog net mijn jack en ging op mijn slippers naar buiten.
Peter riep: "Ga achter het roer. Wegwezen hier. Meteen."
Vlak achter mij zag ik de balustrades van het wandelpad. Een paar mannen stonden
daar met zaklantaarns. Juist voordat we de balustrade raakten voer ik naar voren.
Ik zei nog tegen de mannen; " Gracias."
Terwijl Peter het anker aan het ophalen was, stoomde ik naar voren en probeerde
zo goed en zo kwaad als het kon de boeg in de wind te houden.
Maar grote genade, wat ging die wind te keer. Die wind kwam van alle kanten. Dat
heb je met rachas. Het anker kwam los, en we voeren in het pikkedonker daar rond.
Peter riep: "Ga maar naar die twee jachten. Want hun ankerlichten waren onze enige
oriënteringspunten.
Maar dat viel niet mee. We lagen op de kale mast hartstikke schuin. En het viel
ook niet mee de boeg in de wind te houden omdat die constant draaide. Soms werden
we zo weg gezet dat ik bang was, dat de wind ons te dicht naar de jachten zou blazen.
Peter was inmiddels ook naast me komen staan en zei: "Laten we hier maar even blijven
rond varen en even rustig nadenken."
Na eventjes zei ik: "Maar we kunnen hier met dit weer niet de hele nacht rond blijven
varen. We moeten opnieuw ankeren. Zoek maar een plek en roep maar wanneer ik het
anker moet uitgooien."
Hij was nog niet koud naar voren of er kwam weer een keiharde racha over ons heen.
Niet te kort.
We hebben op het Beagle kanaal het water zien roken en er een paar mooie fotos
van gemaakt. Maar dat was overdag op ruim water. Maar dit keer zaten we in het pikkedonker
midden tussen de snel ronddraaiende wervelwinden vol met zeewater. Ondanks dat het
niet regende werden we kletsnat.
Ondertussen riep de Armada ons ook nog eens op. Ik heb hem heel snel geantwoord
en gezegd dat we nu geen tijd hadden. Op een diepte van zon acht meter in het midden
van het baaitje ging het anker weer omlaag. Maar toen we eenmaal lagen riep de Armada
ons weer op, en die adviseerde ons, wat meer noordelijk van het zeiljacht te ankeren.
Weer anker op. Een nieuw plekje gezocht en nogmaals geankerd.
Toen we redelijk lagen, heeft Peter de radar zo ingesteld dat we goed konden zien
of het anker opnieuw ging krabben of niet. Ook de GPS werd opnieuw ingesteld. En
toen zijn we maar "rustig" gaan zitten afwachten. Peter in het doghouse en ik achter
de kaartentafel. We draaiden alle kanten op en het was rondom niet dieper dan 3
à 3,5 meter.
Later toen de wind gelukkig wat minder werd en er niet zoveel rachas meer over ons
heen trokken ben ik op de kajuit bank gaan liggen en Peter is min of meer heen en
weer blijven gaan van de kaartentafel naar het doghouse en terug. Tegen de morgen
om een uur of vijf werd het pas echt wat rustiger. Om zeven uur was Peter al bezig
met koffie zetten en het ontbijt klaar maken, want van slapen kwam er toch niets
meer.
En waar ook niets meer van kwam, dat was van ons uitstapje. We wilden hier gauw
weg. Omdat we wisten dat er over twee dagen weer harde wind voorspeld was. En die
wilden we hier niet meer meemaken, zoals we eigenlijk wel gepland hadden.
Maar dat was voordat we wisten dat de ankergrond hier zo slecht was. Het leek dunne
modder te zijn. Het anker kwam helemaal schoon boven. We hadden vijftig meter ketting
uitstaan in 7 meter diep water en het was de eerste keer dat ons anker niet hield.
Ook op die laatste ankerplek zijn we zeker nog 40 meter weggezet. Dat kon je op
de radar zien.
Om 9.30 zijn we met het bootje naar de kant gevaren en hebben nog wat verse spullen
gekocht in het winkeltje tegenover ons. Om 10.30 waren we onderweg. En je houdt
het niet voor mogelijk!
We waren nog niet los, of het begon te stortregenen/hagelen en te waaien, dat we
ons afvroegen of we door moesten gaan of terug gaan. We besloten door te gaan en
maar te kijken. Terug kon altijd nog voor de wind. Maar waar dan ankeren?
De bui duurde niet lang en we zagen zelfs stukjes blauwe lucht. Een uur of vier
later lagen we in een leuk baaitje waar de wind ons niets doen kon.
Om 19.30 lagen we al in bed. Peter probeerde nog dapper een boek te lezen. Maar
dat was van korte duur.
De volgende morgen werden we om 8.30 pas wakker. En alsof we het verdiend hadden;
de zon scheen uitbundig en er was zo goed als geen wind. Om 10.00 uur ging het anker
op en voeren we door het mooie canal Martinez naar Puerto San Francisco aan de mond
van de Golfo de Penas. We hadden een heerlijke dag gehad. En dat maakte heel veel
goed.
Maar aan alles komt een eind. Zowel aan het vervelende als aan het fijne. Want deze
fijne dag eindigde minder aangenaam. De repeteerstarter van de buitenboordmotor
begaf het. Maar op zon manier dat het niet te repareren is. We kunnen nu wel starten
met een los touwtje. Dus helemaal zonder zitten we niet.
Nog veel en veel vervelender is dat de elektrische Lewmar ankerlier ermee ophield.
Zoals het er nu naar uit ziet is hij voorlopig NIET te repareren.
Peter heeft in overleg met de andere mannen op ons Nederlandse radio-netje een aantal
dingen gecheckt. Warren dacht dat het hoofdlager misschien was vastgelopen. Dat
was bij zijn Lewmar lier ook gebeurd en hij heeft er voorlopig een nylon glij-lager
in gemaakt van de plastic broodplank. Maar onze handbediening werkt nog dus zit
dat lager niet vast. Wel waren de ratelnokjes in de nestenschijf weer in vele stukjes
gebroken. Maar die hebben we gelukkig nog ruim op voorraad.
Waarschijnlijk is de motor doorgebrand. Want we hebben alles doorgemeten en hij
krijgt wel 12,9 volt stroom. Misschien komt alles wel door die hectische nacht eergisteren.
Dus wordt het nu handwerk. Dat is niet zon ramp. Behalve als je plotseling zoals
in Tortel anker op moet onder slechte omstandigheden. En als de ratelnokjes het
maar houden. Want 50 meter ketting plus een anker van 30 kg krijgt Petertje er niet
meer uit met de hand. Hij heeft wel een systeem bedacht om het anker er met de genua
lier uit te halen. Dan zetten we de ketting vast met een stopper en zetten we de
kettinghaak er op met een lange lijn naar de elektrische genua lier. Dan kunnen
we steeds een meter of zes inhalen als iets anders niet lukt.
Ja,ja, het leven van zeezeilers is niet altijd gemakkelijk. Vooral als je denkt
materiaal te hebben van uitstekende kwaliteit en er is om de haverklap iets mee.
En niet alleen bij ons. We kunnen verhalen vertellen!! Die gevestigde bedrijven
zouden zich rot schrikken als het allemaal eens gepubliceerd zou worden.
Maar goed! We liggen nu behoorlijk voor de komende drie dagen. Het begint er op
te lijken dat vanaf de 26-ste er drie dagen zuidenwind komt. We willen dan waarschijnlijk
pas de 27-ste gaan varen want er staan nog golven van 5 meter op de oceaan. Die
laten we eerst maar wat afzwakken. Duimen jullie maar voor ons.
Jullie horen het wel weer.
Liefs van Paula en Peter