Even m'n ei kwijt!

Ja, ik moet even een ei kwijt hoor. Niet schrikken, er is niets aan de hand.
Maar met het weer is het wel weer donderen. Het is twee uur in de nacht van 21 op 22 April. Peter zit in de kajuit te lezen en ik schrijf deze mail. Een uur geleden is het weer eens gaan stormen. We liggen goed verankerd. Dat is de reden niet dat we op zitten. Maar die gierende wind door de verstaging en langs de mast maakt zo'n herrie dat je geen oog dicht doet. En de boot schudt onder die harde windstoten. We hebben wind die varieert tussen de 8 en de 35 knopen wind. En er zijn regelmatig uitschieters tot 46 knopen.

Gelukkig hebben we toen we hier gisterenmiddag aankwamen veel maatregelen genomen. We hebben extra lijnen naar alle kanten uitgebracht. Daar zijn we nu heel blij mee en kunnen we "rustig" een boekje lezen en zo!
Ik heb zojuist een lekkere hete kop chocolademelk gemaakt voor ons. Nu is het gewoon de storm uitzitten en hopen dat de lijnen, of de bomen waar ze aan vastzitten, niet breken. Maar dat zal wel niet. De lijnen zijn allemaal van een goede kwaliteit en loei sterk. En mocht er een breken, dan neemt een van de andere lijnen de kracht wel over. Dat is het voordeel van extra lijnen zetten.

Gisterenmorgen (De 21-ste) zijn we vanuit caleta Angosto vertrokken in de hoop hier een minder winderig onderkomen te vinden. Maar helaas, ook hier kan het flink te keer gaan. We hadden volgens de Patagonië Pilot drie mogelijkheden. Caleta Uriarte in Bahia Alquilqua of een van de twee baaien aan de noordkant van Canal Magellan.
Volgens de Pilot lig je in caleta Uriarte (53*03.82Z/073*48.09W) beter beschermd tegen wind vanuit alle windrichtingen en de rachas zouden hier "minder hevig" zijn. In de andere baaien lag je een stuk minder beschermd. Dat is goed voor één nachtje met goede weersvooruitzichten. Maar de weersvooruitzichten zijn niet zo best voor de komende dagen.


Mede omdat de barometer vandaag wel heel snel en hard naar beneden ging hadden we wel verwacht dat het flink zou gaan waaien. Maar niet zo hard als het nu doet. Het zijn van die hevige rukwinden; niet een constante wind.
Omdat er tijdens het varen vandaag erg weinig wind stond hebben we toch wel een tijdje zitten dubben of we toch maar niet naar Isla Tamar aan de overkant zouden gaan. We moeten namelijk naar de noordkant van Canal Magallanes om in Canal Smyth te kunnen. Estrecho Magallanes is hier tien mijl breed dus niet een gewoon kanaaltje.

Aangezien we dit onherbergzame gebied rond Estrecho Magallanes en de Pacific Ocean zo snel mogelijk willen verlaten, was het een moeilijke beslissing. We vroegen ons alsmaar af: "Wat is wijsheid? Nemen we de gok of kiezen we voor "zekerheid". Of hoe je dat hier ook noemen mag." We hebben geloof ik wel tien keer de windverwachtingen bekeken. Voor de eerstkomende week zagen die er niet rooskleurig uit. We voelden er niets voor om enige dagen met slecht weer in één van die minder beschutte caleta's te liggen. En gezien de hard terug hollende barometer, hebben we uiteindelijk de knoop doorgehakt en zijn we toch maar naar caleta Uriarte gezeild.

Nu zijn we redelijk gelukkig met deze beslissing. Deze baai ligt zeker ten opzichte van die andere twee wat gunstiger voor harde westenwinden. Een van die andere twee baaien heeft zelfs de veelzeggende naam "Caleta Rachas". Dat zegt al genoeg, nietwaar? Ondanks dat ik/we over straat Magallanes gelezen had(den) dat het een onvoorspelbaar gebied is met zeer veel wisselende winden soms met stormkracht en meestal tegen en ook nog veel neerslag, valt het varen ons hier zwaarder dan we gedacht hadden. In drie jaar hebben we niet zoveel spannende dingen en onprettig weer meegemaakt als in deze laatste drie weken. Het varen is één ding, met wat ruiger weer.

Maar je komt 's nachts bijna niet aan je nachtrust toe. Er zijn hier in dit gebied geen echt goede schuilplekken te vinden. En die er zijn, zijn altijd erg racha-gevoelig.Tien minuten geleden zag ik zelfs 55,6 knopen op de windmeter . Dat is tot nu toe ons record. De boot gaat helemaal schuin op de kale mast. Maar dit record kan me gestolen worden. En ik zit ook niet te wachten op een hoger of nieuw record.
Toen we hier aankwamen hebben we meteen extra lijnen naar alle kanten uitgebracht. Dat geeft nu wel een heel goed gevoel. Anders zouden we hem nu wel weer geknepen hebben als een ouwe dief. Vooral 's nachts ben je hulpeloos omdat het echt pikkedonker is en je dus eigenlijk niets meer kunt doen als er iets mis gaat. Dit gebied leert je heel snel af om fouten te maken of om nonchalant of gemakzuchtig te zijn.
Inmiddels is het nu wat rustiger geworden. Ik denk dat ik ga proberen een paar uurtjes te slapen. Peter zal wel in de kajuit slapen.

Toch naar een beter plekje!


We hebben gisteren (23 April) de gok genomen om de westelijke monding van Straat Magellan over te steken en we hebben goed gegokt!!! Anders hadden we nog zeker een week moeten blijven liggen op die erg winderige plek met harde valwinden. Want er komt een hele trein diepe depressies aan met steeds 35 tot 50 knopen wind.
Die monding is hier zo'n 20 mijl breed en ligt helemaal open naar de Zuidelijke Oceaan. Over die 20 mijl doe je zo'n 4 uur als het niet te ruig is.
Op de gribfiles hadden we gezien dat er een heel klein goed-weer-window was. 's Nachts en 's morgens vroeg windkracht 3 vanuit het westen. Rond het middaguur zou die wind gaan ruimen en toenemen tot zo'n windkracht negen uit het noordwesten. In eerste instantie zagen we het niet zitten om te gaan met het risico om in de buurt van het eiland Tamar veel wind en hoge golven tegen te krijgen.

De hele nacht van de tweeentwintigste op de drieentwintigste April stond er inderdaad weinig tot geen wind op onze ankerplek. We hadden dus eens een rustige nacht maar Peter en ik werden 's morgens allebei tegelijkertijd om zes uur wakker. Ik vroeg hem nog eens de allernieuwste gribfiles via de computer binnen te halen en te kijken of het weerbeeld nog veranderd was. Toen bleek dat dat niet zo was, zijn we maar weer naar bed gegaan. Maar we konden geen van tweeën meer in slaap komen. Je ligt dan maar te denken. "Zullen we het er op wagen of niet? Als we nu niet gaan zitten we nog minstens vijf tot zeven dagen vast op deze winderige rot plek."
Opeens zei Peter, "Kom op, we gaan".


Binnen een mum van tijd waren we aangekleed en buiten. Het was nog hardstikke donker om 06.30 hr. Peter ging gewapend met een hoofdlamp en een zaklantaarn naar de wal om de lijnen los te maken. Jammer genoeg heeft hij twee lijnen door moeten snijden, die onder een rotsblok van een meter bij een meter klem waren komen te zitten. Helaas zat er aan een een heel mooie zware ketting met snapsluiting.
Als we meer tijd gehad hadden, zouden we de ketting vast nog wel hebben kunnen redden. Maar we hadden geen tijd te verliezen. Dus afsnijden die hap. We werkten als gekken. Zes lijnen van zo'n 100 meter naar binnen trekken en opruimen is geen kattenpis. Dat is echt hard werken.

Maar om 06.45 hr werd het anker thuis gehieuwd en voeren we de caleta uit.
Op het kanaal gekomen stond er niet veel wind maar wel een dikke deining. Maar het was prima te doen. We zeilden met twee riffen en de fok en de ijzeren Yanmar-fok zo hard als we konden schuin naar het Noorden, naar de overkant. Het was net bezeild. Ondanks stroom tegen liepen we toch nog een dikke zes mijl per uur.
Jullie vragen je misschien af waarom we zo'n haast hadden. Volgens de gribfiles zou het rond de middag heel hard gaan waaien en dat zou dus de eerst komende vijf á zeven dagen aanhouden. En dat wilden we niet mee maken in Caleta Uriarte. Peter had zelfs voorgesteld om veertig mijl terug te varen naar de beschutte caleta Tilly en daar die storm uit te liggen.
Daar moest ik echt niet aandenken. Veertig mijl voor het lapje terug oké, maar dan weer die zelfde veertig mijl naar het westen. Dat zag ik echt niet zitten. Ik kon wel bijna janken van het idee alleen al.
Maar goed we waren onderweg. Ik heb wel een ontbijtje gemaakt, maar we hadden geen van beiden veel trek. Toch werden we er stilletjes aan wat geruster op. We kwamen steeds dichter bij Isla Tamar, waar het in de regel behoorlijk spookt. De Pacific heeft daar vrij spel en teistert daar de kust met enorme brekers.
Maar het geluk was met ons, ten eerste konden we al zeilende behoorlijk ver uit de kust van Isla Tamar blijven en het was redelijk rustig weer. Alhoewel we voor en achter ons konden zien dat er flinke buien waren. We hadden het idee dat we geluk hadden en precies in de kern van het lage druk gebied zeilden.
Toen we Isla Tamar voorbij waren konden we dertig graden afvallen maar de wind begon al toe te nemen en ook langzamerhand wat te ruimen, waardoor we hoog aan de wind moesten blijven varen. De golven werden snel hoger maar werden niet te stijl.

Toen we bijna bij Canal Smyth waren kwamen we een beetje in de luwte van een paar eilanden waardoor de hoge golven minder werden. Toen moest de fok weg, want die ging tegenstaan. Een poosje later passeerden we Isla Fairway, een flinke rots midden in Canal Smyth, waarop een lighthouse (een faro) staat en een wachtpost van de kustwacht. (52°44Z/73°47W)
Je moet voor de lol eens op Google Earth kijken in wat voor een gebied die mensen gestationeerd zijn. Nat, koud, en eenzaam. Wij hebben op Kaap Hoorn gehoord, dat die mensen een jaar op zo'n post blijven. We hadden even marifoonkontakt met Faro Fairway en vertelden dat we gingen ankeren in Puerto Profundo.

Puerto Profundo ligt zo'n drie mijl voorbij Isla Fairway. Rond twaalf uur motorden we er binnen en gingen op zoek naar een racha-vrij plekje voor de komende dagen. Nou moet je niet denken dat een "Puerto" een haven is zoals wij die kennen. Het is gewoon een rotsachtige baai met een paar ondiepe plekken waar je zou kunnen ankeren. Maar we vonden er geen plek naar onze zin. We wilden een paar rustige nachten zonder gerammel en gegier van de wind.
Daarom zijn we weer terug gevaren naar de ingang omdat daar ook nog een zij-baaitje lag; Caleta Teokita. Het had een heel smalle ingang, van maar een meter of tien breed, met links en rechts rotswandjes. Normaal zouden we daar nooit ingevaren zijn als we niet in de Pilot gelezen hadden dat dat prima te doen was en dat de minimum diepte vijf meter zou zijn.
Toen we dat smalle kanaaltje door waren kwamen we in een wat ruimere kom en gingen daar opzoek naar een beschut plekje. We dachten dat we er eentje gevonden hadden maar toen we goed en wel lagen keken we elkaar aan en zeiden: "Dit is ook niets." En het begon zachtjes te regenen.
We hadden nog een paar plekjes gezien, maar die waren volgens de beschrijving ondiep. Ze zagen er wel aanlokkelijk uit.
Peter zei: "Weet je wat ik doe? Ik ga met de dinghy de diepte op die andere twee plekken loden."

Na een tijdje kwam hij terug en zei dat de gunstigste plek diep genoeg was om een eindje achteruit tussen de bomen te gaan liggen. Helaas was het inmiddels flink gaan regenen en de wind nam steeds meer toe. Om 15.00 lagen we prima verankerd en tussen een zestal lijnen. (52°41.38Z/073°45.43W)
"Laat nu de wind maar komen. Hier liggen we zo safe als een huis." We gingen gauw naar binnen als twee verzopen katten en maakten snel het kacheltje aan. Maar we waren o zo blij dat we de gok genomen hadden en nog gewonnen hadden ook. Daar hebben we een lekkere Gin-Tonic op gedronken en als late lunch wat lekkere borrel hapjes erbij genomen.

Vannacht is gebleken dat het hier inderdaad aardig beschut is. We hebben veel wind gehad (de windmeter boven in de mast gaf ruim 25 knopen; windkracht 6 à 7) maar we merkten er bijna niets van. We werden een beetje heen en weer gewiegd, omdat de wind langs het puntje van de mast waaide. Hopelijk kunnen we de komende nachten rustig slapen. We hebben nu nog een week of drie om de laatste 100 mijl naar Puerto Natales af te leggen. Daar hopen we Jose en Annemie en Marcel te ontmoeten. En dan gaan we eind mei weer inkopen doen en vol tanken voor de volgende 800 mijl. We moeten weer een nieuwe vaarvergunning hebben naar Puerto Mont. Ook moeten we weer onze Douane-verklaring voor de boot vernieuwen en even met de bus de grens over om onze visa weer drie maanden te verlengen. Dat is hopelijk net genoeg om eind augustus naar Nederland te vliegen.

Groetjesssssss!
Peter en Paula.