September in Yendegaia

Hallo allemaal,

Hoe gaat het met jullie? We horen graag hoe het met jullie gaat.
Met ons gaat het uitstekend. We hebben heel veel geskied en omdat we nu min of meer “ingezetenen“ zijn van Ushuaia hebben we flinke korting op de liften. We hebben een officieel document met foto om te laten zien.
Helaas ben ik (Peter) enige weken geleden met hoge snelheid gevallen op een blauwe maar zeer ijzige piste. Mijn ski bleef in een ijsrichel hangen. Ik viel op het handvat van de skistok met mijn ribben. Dat geeft me nu een vergelijkbaar gevoel als na m'n operatie in December.

Dus Paula is blijven skiën met al onze vrienden hier en ik heb het enigszins “kalm aan“ gedaan.

Maar in de tussentijd heb ik vijf nieuwe accu‘s geïnstalleerd en uiteraard de zes oude verwijderd. Er komt nog een zesde zodat we 720 Ah hebben in plaats van de 600Ah die we hadden. Eén nieuwe accu stond maar op 11,6 V en die heb ik terug gegeven. Daar komt een nieuwe voor. We hebben Gel-accu‘s gekocht en hopen dat die langer meegaan dan de oude zuuraccu‘s die we hadden. Het zette ons helaas wel € 2400,-- achteruit. Het sjouwen van die zware accu‘s deed m‘n ribben uiteraard ook geen goed. Maar het moest gebeuren en onze elektra is weer uitstekend in orde nu.

Inmiddels zijn we begin September samen met Annemie weer naar Puerto Williams en Yendegaia gezeild. Annemie moest na drie maanden weer even Chili verlaten vanwege haar visum. Dus kwam ze gezellig een weekje naar Ushuaia om al haar vrienden weer te zien en om te skiën.

We waren helemaal afgeladen deze keer. Annemie had heel veel inkopen gedaan en o.a. drie grote jerrycans benzine voor de generator bij zich. En wij hadden behalve veel boodschappen o.a. vijf grote zakken paardenvoer van 25 kg. Ook hadden we, als cadeautje voor Jose en Annemie, een nieuw zadel met toebehoren gekocht. We hebben de hele douche volgestapeld met spullen.

De ribben zijn weer langzaam aan het herstellen en we hebben al weer paard gereden. We maakten bijvoorbeeld een trip van 8 uur naar de grote gletsjer op de Estancia Ferrari waar we weer voor twintig dagen geankerd liggen tot de 25-ste September. Ik draag overdag een “brace“ van Jose om m'n ribben.

We hebben forel gevist, konijnen gestroopt, en geprobeerd vee te vinden. We gingen weer een paar spectaculaire rotshellingen op en af en eindigden met een prachtig uitzicht op de grote gletsjer waar we nog niet geweest waren. Op een gegeven moment moesten we afstijgen en de paarden omhoog leiden omdat de rotsblokken zo groot en steil waren dat we niet konden blijven zitten. De paarden moesten grote sprongen maken. Het leek meer een trap met hele grote rotstreden dan een helling. Op een geven moment liet mijn paard (hij heet “Tovenaar“ in het Spaans) mij aan een boomtak hangen. Hij maakte plotseling de bocht wat korter waardoor ik onder de lage takken door moest. Onder de eerste kon ik nog bukken maar de tweede was te laag voor me. Het paard realiseert zich dat natuurlijk niet. Althans dat hoop ik niet. Ik moest me er dus onelegant achterwaarts af laten glijden. Ik bleef nog even met m'n voet in de stijgbeugel hangen maar het paard stopte onmiddellijk.

Gisteren werden we getrakteerd door de vissers die hier regelmatig aanleggen. We drinken met een aantal van hen regelmatig een glaasje en dan wordt het taalprobleem snel minder. Chileens is namelijk weer lastiger voor ons dan Argentijns.

De achttiende September is een Nationale feestdag in Chili en ze beginnen al dagen van tevoren met vieren. Ze maakten een grote pan met van alles en nog wat en zetten dat anderhalf uur op het fornuis. Er zat gestoomd brood in, hele grote mosselen, kip, aardappels, spek enz. enz. We aten met ongeveer twintig mensen (Er waren ook wat franse gasten van een charterschip) in het kleine huisje van Jose en Annemie. Al de honden liepen ook nog los dus het was een huishouden van Jan Steen. Elke keer dat er een deur open ging schoten er weer een paar honden naar binnen. Prachtig! En je kon de botjes onder de tafel mikken.

De vissers en de Grensbewakingpost kennen Pacific Blue zo langzamerhand. En Oscar, de schipper van “Rio Seco“ meld ons elke dag aan de Kustwacht. Want die kunnen we van hier niet bereiken door de hoge bergen om ons heen. In Puerto Williams stond er ‘s avonds een politieman op de kade, op zoek naar Pacific Blue. Hij had doorgekregen dat wij naar Yendegaia gingen en vroeg of we wat officiële papieren wilden afleveren bij “Dos de Mayo“, de grensbewakingpost. Zo zijn we nu ook een soort postbode.

Vandaag zijn we al weer uitgenodigd door de vissers voor een Asado. Dat is een soort BBQ waarbij een heel lam aan een grote spies geroosterd wordt boven een houtvuur. Een van de vissersjongens heeft een paar uur zitten draaien aan het spit.

We hebben met het hele spul weer lekker gegeten. Na afloop was er een voetbalwedstrijd Chili-Europa. Het werd 3-3 dus niemand had te klagen.

Na deze gezellige dagen zijn we ook drie dagen te paard naar de berghut geweest. De rit heen hebben we zo‘n vier uur bijna constant gedraafd en dat viel me niet mee met m‘n pijnlijke ribben. Maar bij de berghut was het leed gauw vergeten. Wat een geweldige, ongerepte natuur. De hut is uitermate primitief. Alles is heel erg basic. Maar dat is ook de charme. Wassen, drinken, koken en vissen uit de beek. Warmte van en koken op een oliedrum met een pijp er op en elke dag houthakken.

De bieflapjes braadde Jose op de bovenkant van het vat. Even schoonbranden met een stuk spekvet en af en toe een schilfertje roest tussen de kiezen voor het broodnodige ijzer. Dat is goed tegen bloedarmoede. En af en toe met een schep even achter de bosjes.

Jose ving twee koeien en twee kalfjes en slachtte een kalf voor het avondeten. Heerlijk! De derde dag gingen we op de terugweg met de twee koeien en het kalf en een paar pakpaarden. Al gauw bleek dat het kalf deze lange tocht niet kon volhouden. Uiteindelijk heb ik het dwars voor me op schoot genomen. Dat viel nog niet mee want het woog toch wel 30 kg volgens Jose. Als het rustig bleef liggen ging alles goed maar als het z‘n moeder zag begon het te spartelen en tot twee keer toe moest ik het op de grond laten slippen. Uiteindelijk heeft Jose het beestje de laatste kilometers op schoot genomen en de twee koeien tijdelijk aan een boom achter gelaten.

De vijfentwintigste nemen we twee bergbeklimmers mee terug naar Puerto Williams en Ushuaia. Het zijn Andy en Simon.
Simon is heel bekend onder bergbeklimmers omdat er van een klim van hem in de Andes (ruim 20.000 voet hoog) een film is gemaakt.
Link naar Website
De film heet “Touching the Void“. Simon heeft tijdens noodweer zijn vriend, die al een gebroken been had, los moeten snijden toen deze over een ijsklif was gevallen. Hij dreigde, na drie uur vertwijfeld vasthouden, zelf ook in het ravijn en een diepe gletsjerspleet getrokken te worden. Hij kon z‘n maat daarna niet meer vinden. De maat overleefde wonder boven wonder. Met zijn gebroken been wist hij uit de gletsjerspleet te komen en in drie dagen terug te kruipen naar het basiskamp waar hij nog net Simon aantrof die op het punt stond terug te gaan naar de bewoonde wereld.

Andy en Simon proberen op dit moment een 2500 m hoge ijstop te bedwingen. Jose en Annemie hebben hen met al hun spullen met pakpaarden naar een basiskamp bij de grote gletsjer gebracht. Nou lijkt 2500 m niet hoog maar je moet je voorstellen dat die 2500 m zo‘n beetje hetzelfde is als het bovenste stuk van een berg van 5000m. Met ijs en sneeuw en gletsjers. Ze klimmen puur, dus zonder veel hulpmiddelen en, ook op hoge bergen, zonder zuurstof.


Op de 24-ste zijn we nog met z'n zevenen op paardenjacht geweest. We vonden een groep maar slaagden er niet in ze richting de kraal te krijgen. We moesten er wel ontzettend hard voor rijden en ik heb nog nooit zo vaak en zo hard gegalloppeerd als deze keer. Werkelijk voluit! Op de terugweg was de sport om zo hard mogelijk door diepe plassen en riviertjes te galopperen zodat je voorgangers onder de modder en water spatten.

Op 26 september waren we weer in Ushuaia waar we onze inmiddels “oude“ vrienden weer konden begroeten. Het was vol aan de steiger. Daarom ankerden we een paar dagen tot er plaats kwam. We hebben met twintig vrienden mijn verjaardag nog eens over gedaan in een leuk restaurant. We hebben allen een klein potje jam van de Calafate-bes gegeven. Men zegt hier dat, als je een keer de Calafate geproefd hebt, je altijd zult terugkeren naar Patagonië. Dat zijn wij zeker ook van plan en we hopen veel van onze vrienden dan weer aan te treffen.

Het is nu inmiddels 10 Oktober en we hebben weer veel geskied. Maar nu begint het al warmer te worden en volgende week gaan de pistes dicht. Het zeilseizoen begint weer en veel vrienden zijn al weer vertrokken. Er heerst grote bedrijvigheid op de (charter)boten. Er wordt schoongemaakt, gerepareerd en ingekocht. Veel gaan er eerst naar South-Georgia omdat daar het ijs het eerst weg is. Vanaf December gaan ze dan weer naar Antarctica met gasten.

Voor ons is er nu even tijd om te proberen de Korte Golf radio te repareren. Dat is nog steeds niet gelukt en er zijn hier ook geen goede reparateurs te vinden. Ik heb nu de antennetuner er uit gesloopt en die weggebracht om te laten testen. Maar ik heb er een hard hoofd in. Onze Sailmail werkt goed via hetzelfde apparaat. Dus waarom het met spraak niet gaat is onduidelijk. Het is waarschijnlijk iets kleins. Maar probeer het maar eens te vinden.

Paula gaat volgende week weer een cursus Spaans doen samen met Ulla. Elke dag vier uur lang alleen Spaans spreken. Verder is er aan het schip niet veel te doen.

We gaan nog filters vernieuwen, de impeller vervangen en olie verversen en dan gaan we weer wat varen. 21 November komen Marjolein en Jarno voor drie weken en daarna is het al weer bijna Kerstmis.

Groeten van Peter en Paula