Hallo allemaal,

We hebben Ushuaia twee dagen geleden weer verlaten. We zijn eerst naar Puerto Williams gevaren om daar een Zarpe (vaar vergunning ) te halen om in het Beagle kanaal te mogen varen. Dat stuitte op moeilijkheden. Men wilde ons een Zarpe geven voor maar een paar dagen. Niet alleen wij, maar iedereen kreeg maar een week. Zelfs de vissers. Uiteindelijk kregen we na lang onderhandelen en een telefoontje naar de Capitan dos Portos twee maal 10 dagen voor elkaar. Nu moeten we ons na tien dagen melden in Navarino en daar de verlenging voor nog tien dagen laten tekenen en stempelen. Dat scheelt ons 60 mijl heen en weer varen. De mensen op kantoor kenden ons nog van de vorige keer en waren niet te beroerd om de Capitan te bellen voor een tussenoplossing. We kunnen namelijk rustig elke tien dagen terug varen naar Puerto Williams en dan krijgen we elke keer weer een vergunning voor tien dagen. Maar handig is dat niet natuurlijk.

Sinds zondagmiddag 14.00 hr liggen we in Bahia Yendegaia, in de Caleta Ferrari. (54°51.55S/68°49.00W). En... het is hier heel bijzonder. Bijzonder omdat het hier super mooi is en omdat we vandaag al bijzondere dingen hebben mee gemaakt.

Hier in Caleta Ferrari wonen José en Annemie. Annemie is een Belgische. Zij is hier zeilend aangekomen met Marcel? Marcel is zeilend verder getrokken. En Annemie is hier gebleven bij José. José is een rasechte gaucho. Om te zien en in zijn doen en laten. Dit gebied is opgekocht door een Amerikaan, en hij heeft een foundation op gericht. José werkt voor de foundation (500 dollar per maand, geen vetpot dus). In dit gebied leven veel verwilderde koeien, die horen hier oorspronkelijk niet thuis. In de loop van de tijd moeten deze koeien worden opgeruimd. En daarvan hebben we vandaag een staaltje mee gemaakt.

Peter en ik waren net terug aan boord toen we zagen dat Annemie en José thuis waren gekomen. Zij waren twee dagen weggeweest naar de overkant van de fjord waar een legerpost is met o.a. internet. Het is zo'n twee uur hier vandaan, rijdend te paard. Je moet halverwege de gletsjer-rivier door. Het is hier zo afgelegen dat je je alleen per boot of per paard kunt verplaatsen. Boodschappen doen is er niet bij. Er is geen landverbinding met de bewoonde wereld. Vandaar dat wij op aanraden van vrienden van hen, die weten hoe alles hier reilt en zeilt, veel etenswaren (vooral verse groenten, fruit en maté) en medicijnen voor hen mee genomen hadden. Toen wij de twee opgezadelde paarden zagen zijn we bepakt en bezakt met etenswaren e.d. naar de wal gegaan. Daar aangekomen werden we meteen héél hartelijk begroet en werden direkt voor een kop thee/koffie uitgenodigd.


Na het kennismakingsritueel vertelde Jose, dat hij een koe op ging halen Aangezien er twee paarden opgezadeld stonden kon er één van ons met hem mee. Eerlijk gezegd met een beetje spijt, heb ik genereus gezegd dat Peter meeging. Even later zat Peter op een leuk sterk paardje en ging met José op weg om de koe op te halen. Ongeveer een half uur later kwamen de twee mannen terug. José had een koe aan een touw naast zich lopen. En voor dat ik het wist, lag het jonge stiertje op de grond. José stapte van zijn paard en alweer voordat ik wist wat er gebeurde zag ik bloed stromen. Wat bleek, Jose had het arme dier achter zijn schedel in de zenuw-baan gestoken én daarna de hals slagaders doorgesneden. Een rot gezicht natuurlijk. Het is iets waar ik helemaal niet van houd. Maar het is hun manier van leven , overleven en levensonderhoud. In de regel verkopen ze de koe aan vissers die hier langs varen.


Wat een spektakel. Ze hebben ongeveer zo'n 13 honden die ze voor de jacht gebruiken. Stuk voor stuk uitstekend opgevoed. Al die honden liepen opgewonden heen en weer. Want daar kwam hun eten aan. Een enkeling probeerde wel even een stukje koe te jatten, maar kreeg van de baas geen kans. Hij hoefde maar iets te zeggen en de hond ging achteruit. Ook een stuk of wat katten kwamen er ook omheen zitten ook in afwachting van een lekker stukje koe. Van die leuke rode katten, waarvan de jongste een week of 8 was.
Ondertussen had Annemie voor Peter een zwaar leren over-broek gehaald. Peter zelf had zijn scherpe mes te voorschijn gehaald. Want hij zou José wel eens helpen de koe te villen. Maar dát viel niet mee. José was daar natuurlijk super handig in. Dat mag ook wel als je dat al vanaf je zesde jaar doet. Toen Peter zo'n 50 cm gedaan had, had José zijn helft koe al klaar. En omdat de 50 cm van Peter er niet echt geweldig mooi uit zag en hij bang was dat hij de huid en de koe zou verknoeien heeft hij de rest aan José overgelaten.

Een tijdje later toen de buik open gelegd werd, werden de honden steeds drukker en drukker. Want daar kwam hun eten. Ze wisten het precies. Peter en José trokken alles wat in die koe zat aan de slokdarm gezamenlijk naar buiten. En José gooide allerlei stukken ingewanden e.d. naar de honden. Die doken er op af en binnen een korte tijd hadden ze alles op gesmikkeld. Ook de kop was voor de honden. De koe werd gevierendeeld met een kettingzaag. Peter en José brachten samen de zware stukken vlees naar een schuur. En in de schuur werden de stukken vlees aan haken opgehangen. En wel zo hoog, dat geen verdwaalde hond er bij kan en de deur goed dicht. Toen José hoorde dat Marjolein en Jarno "veterinarios" zijn en (hopelijk) waarschijnlijk in oktober of november hiernaar toe komen wilde hij weten of zij ook konden castreren. Tegen die tijd kon hij wel wat hulp gebruiken. Dus Marjolein en Jarno als jullie hiernaar toe komen moeten jullie niet vergeten je snij-set e.d. mee te nemen.


Nadat het werk aan het een-jarig stiertje klaar was, zijn Peter en José nog even met ons bij-bootje een krabben-fuik gaan uitzetten. In die fuik hebben ze een stuk vlees gelegd. Zo hopen ze een paar mooie grote centolla's te vangen voor het avondeten van morgen. Zo'n fuik moeten wij ook nog eens op de kop tikken. José heeft vast nog wel een ouwetje liggen voor ons.

Morgenochtend is er ook werk aan de winkel. Morgen moeten er zo'n acht paarden bekapt en beslagen worden. Ze krijgen er winter-ijzers onder. Wij gaan met José mee, om de paarden te zoeken en dan naar de kraal te brengen. Ik heb begrepen dan dat lopend gebeurt. Er komen ook nog een paar mannen van de Chileense grens- politiepost, die aan het begin van de baai gestationeerd zijn. Zij komen te paard naar hier en om een handje te helpen en ook om hun paarden te beslaan. Hoe de dag van morgen verloopt horen jullie wel weer. Voor ons is het nu bedtijd en jullie liggen vast al heel lekker te slapen.


Veel lieve groeten en knuffels van ons beiden
mama/Paula, Peter/papa.