15 mei 2008-Op weg naar de gletsjers.
Op 6 mei hebben we, na drie prettige weken,
Ushuaia weer verlaten om nog een paar weken naar de gletsjers te gaan. Bovendien
was ons 90 dagen visum verlopen dus we moesten Argentinië uit of boete betalen.
Ten westen en ten zuiden van Ushuaia begint Chili. De gletsjers liggen in de uitlopers
van de Andes en dit gebied wordt de Cordillera Darwin genoemd. Als we langer wachten
is het midwinter en vriezen veel baaien dicht.
We moesten dus uitklaren uit Argentinië en weer inklaren in Chili. Ik was om negen uur als eerste bij de Prefectura maar werd teruggestuurd om Paula te halen want "die moest ook een handtekening zetten". Dat hoefde bij anderen tot nu toe niet. Je kan dan kwaad worden maar dat heeft geen zin. Dus snel een taxi gepakt en terug naar de boot en met Paula weer in de taxi terug. Nu was er uiteraard al weer iemand anders aan de beurt en dat duurde en dat duurde. We waren al gewaarschuwd dat de Prefectura momenteel erg moeilijk doet. Ze willen bijvoorbeeld zien of de vuurpijlen nog niet verlopen zijn en van een Belgisch schip achter ons hoorden we dat hij zijn reddingsvlot keurings-certificaat moest laten zien. Dat mag niet verlopen zijn natuurlijk. We vragen ons alleen af of je verplicht bent een reddingvlot aan boord te hebben.
Het certificaat van deze Belgische schipper
was net tot en met die dag geldig maar hij durfde het niet aan om dat te riskeren
en haalde bij de boekhandel een stempel-setje en vernieuwde zo zijn papieren. Wij
vermoeden dat drie recente ongelukken met jachten de oorzaak zijn dat ze (tijdelijk?)
wat fanatieker zijn. Een week of zes geleden is bij Kaap Hoorn een solozeiler van
boord gehaald in huizenhoge golven em het jacht is vergaan. Wat de man er deed,
bij dat weer, moet je je afvragen. Hij is per helicopter van boord gehaald en heeft
een tijd in het ziekenhuis gelegen. Een tweede solozeiler is bij de Falklands plat
gegaan in een storm, een week of drie nadat wij daar langs de kust voeren. Hij had
een hersenschudding en gebroken ribben. Ook hij is van boord gehaald door de Kustwacht
en het schip is verdwenen. Het laatste voorval is kort geleden gebeurd in Straat
Le Maire waar wij ook zo op ons donder hebben gehad. Een Argentijns jacht met flinke
bemanning, onderweg naar Buenos Aires, kreeg het zo slecht dat ze een Mayday hebben
uitgezonden en van boord zijn gehaald. Het jacht werd op sleeptouw genomen maar
werd in de hoge golven onder water getrokken. Hoewel we er niet bij waren verbaasde
het ons dat ze het, in de "goede" richting varend met wind en stroom mee, zo zwaar
hebben gekregen en niet een veilige ankerplek hebben opgezocht in bijvoorbeeld Bahia
Buen Suceso. Maar goed, we weten hoe het daar kan spoken dus we kunnen er nu niet
echt over oordelen.
De keuring van ons vlot is ook verlopen dus
wij moesten iets verzinnen. Wij waren al gewaarschuwd om het vlot niet in Ushuaia
te laten keuren omdat ze het hier blijkbaar niet altijd meer goed ingepakt krijgen.
We willen dat eind van het jaar in Puerto Mont of Valdivia laten doen. Nu hebben
wij ook twee stempel-setjes aan boord met rubber lettertjes en cijfertjes. Dus ging
ik in de weer met een zwart-wit kopie van het echte keurings-certificaat. Eerst
uitproberen op een stuk papier en een mooie handtekening oefenen. Toen het aardig
gelukt was hebben we het ook nog laten plastificeren zodat het er nog echter uitzag.
En ja hoor! Ook wij moesten het certificaat laten zien. Ik gaf er gelijk het certificaat
van ons noodbaken (Epirb) bij om ze af te leiden. Dat lukte gedeeltelijk want ze
begonnen met z'n tweeën deze papieren grondig te bekijken. Ze zagen dat de keuring
in Maart 2007 verlopen was maar ineens zag de ander mijn mooie stempel met handtekening
onderaan en toen was het goed. "Extended till march 2009". Wij fluitend de andere
kant op kijken natuurlijk. Paula hoefde trouwens nergens een handtekening te zetten
dus ik was mooi voor niks heen en weer geweest.
Inmiddels was het elf uur en we gingen snel op weg zolang het nog aardig weer was.
We moesten namelijk 25 mijl terug in het Beagle kanaal naar Puerto Williams (Chili)
om in te klaren en dan moet je weer terug langs Ushuaia naar de gletsjers in het
westen. Beide landen zijn nog steeds niet bereid om dit wat gemakkelijker te maken.
Tegenover Ushuaia ligt Puerto Navarino dus dat zou ideaal zijn om in en uit te klaren.
Ze hoeven er alleen maar een mannetje op station te zetten.
Onderweg kregen we toch weer behoorlijk op ons donder van de wind. Vanuit het Noordwesten
kwamen de valwinden met 40 knopen van de bergen dus we zeilden uiteindelijk met
1/3 genua en zetten de motor bij als de wind wegviel. Bij het reven en ontreven
klapperde het zeildoek namelijk zo dat we bang waren dat het stuk zou slaan. We
kregen zelfs een paar keer een klots water aan boord in dit slechts twee mijl brede
kanaal (fjord). Dat gebeurt ons op zee zelfs bijna nooit.
We zijn net terug van een wandeling. Ons plan was om naar de gletsjer te wandelen/klimmen. We wilden die van dichtbij zien, en ook omdat we foto's wilden maken van deze "Glaciar Holanda". Want daar lig je dan met je boot in Caleta Olla aan het andere eind van de wereld en kijk je uit op een Gletsjer die Holanda heet. Maar van wandelen was geen sprake, we moesten ons een weg banen door een ruig, dichtbegroeid en moerassig gebied. Peter voorop met zijn machete om de route te markeren op dode bomen. Soms stonden weer voor een beekje en moesten we of omlopen of zien dat we met een grote sprong aan de overkant kwamen. Een keer zakte ik in de blubber. Maar gelukkig had ik m'n bergschoenen aan en speciale waterdichte been beschermers. Dus hield ik het droog. Na een tijdje werd het weer achter ons zo slecht dat we het verstandiger vonden om terug te gaan. Voor het geval we overvallen zouden worden door een sneeuwstorm en het zicht erg slecht zou worden. Een andere keer gaan we kijken of we op een gemakkelijkere manier, misschien via het strand, dichterbij de gletsjer kunnen komen. Toen we weer terug waren bij de dinghy om terug te varen naar huis kregen we echt een flinke natte sneeuwstorm over ons heen. Er stonden voor het dinghy-tje best flinke golven en Peter schepte zo zijn broek vol water. Nu zitten we lekker hoog en droog met een kop thee te lezen. En we gaan pas weer naar de volgende gletsjers bij caleta Beaulieu (54°47.85S / 69°37.65W) wanneer het mooi weer is.
"Beaulieu". Die naam heeft voor ons een heel speciale betekenis. Onze relatie begon in de "Beaulieu River" ("Bjoelie" zeggen die cultuurbarbaren van Engelsen) aan de Solent/Zuid Engeland op 31 juli 1999. Eigenlijk zouden we dus pas rond eind juli in Caleta Beaulieu moeten zijn. Maar dat is hier te laat in de winter. Dan zijn de caleta's vanwege ijsgang niet meer bevaarbaar. We liggen zelfs nu 's morgens al in een dun laagje ijs. Het zoete water van de gletsjers drijft op het zoute water en bevriest dus eerder dan je zou verwachten van zout water. Maar geen probleem, dan vieren we ons negen jaar samenzijn maar twee maanden eerder. Voorlopig hebben we tijd genoeg om hier rond te varen voordat we weer in Puerto Williams moeten zijn. Tot 11 juni, want dan loopt onze vergunning af. Dan is het al weer bijna de kortste dag hier. Het is hier vrijwel overal beschermd natuurgebied. Je mag hier alleen varen als je een vergunning hebt; een "Zarpe" genaamd. In principe moet je je dagelijks via de marifoon melden bij de Armada (militaire) posten. Het is een soort Kustwacht. Aan de ene kant heb je het gevoel dat je van je vrijheid beroofd wordt door dat af en aan gemeld. Maar aan de andere kant is het ook wel een prettig idee. Als je je namelijk een tijd niet meldt gaan ze je zoeken. Zo hebben ze een tijdje geleden een stel mensen opgepikt waarvan de boot afgebrand was. Die zaten op de wal. Toch wel leuk, als je alles kwijt bent zodat je niet naar de bewoonde wereld terug kunt en ze je vinden je. Zo zie je: Alles hep ze voordeel en hep ze nadeel! Zo, jullie weten weer een beetje waar we uithangen en wat we uitspoken.
Voor we aankwamen in Puerto Williams (54°56'11Z
67*37'00W)riepen we op met de marifoon en toen we een uurtje vast lagen kwamen er
vier man aan boord die rond de tafel ieder hun eigen gegevens invulden en in vijf
minuten was alles geregeld. Zo goed en vriendelijk hebben we het nog niet meegemaakt.
Ze adviseerden ons hoe we het zo handig mogelijk konden inkleden. De immigratie
ambtenaar zei ons bijvoorbeeld om als verblijf-tijd in Chili gewoon het maximum
van 90 dagen op te geven. Korter was altijd goed.
Je ligt in Puerto Williams heel beschut in een ondiep kreekje aan een gezonken marineschip,
de "Micalvi". In het stuurhuis is zomers een bar maar nu was alles dicht. Er lagen
zeker acht charterschepen die daar voor de winter waren achtergelaten. Wij kwamen
op de derde rij met een uitzicht op het kreekje en de bergen van Isla Navarino.
Puerto Williams is een voornamelijk militair dorp met 2000 inwoners en het doet
erg arm aan. Alleen de militaire gebouwen en huizen zijn in goede staat. Ze zijn
momenteel enige straten aan het verharden. Verder is het een blubbertroep. Er is
ook weinig lekker brood en ander eten te krijgen. Een keer in de week komt er een
ferry vanuit Punta Arenas en dan is er verse groente en fruit in de armoedige "supermarktjes".
We hebben een pizzeria ontdekt en je kan bij de bakker!! elke dag om 13.00 uur een
"driegangen-menu van de dag" eten voor drie en een halve euro.
Na twee dagen zagen we kans om een stroom-aansluiting te regelen dus toen konden
we lekker onze elektrische radiator gebruiken en 's nacht zachtjes aan laten staan.
We maakten mooie wandelingen en iedereen was even vriendelijk. Hier zeggen de mensen
nog gedag of steken een hand op. We waren waarschijnlijk wel de enige vreemdelingen
op dit hele (grote) eiland in deze tijd van het jaar. De paar zomermaanden wordt
hier veel ge-hiked met rugzak en tentje. Maar nu is het weer te onbetrouwbaar en
koud in de bergen. Maar het is prachtig in de najaars-bossen. En wij hadden ook
nog een paar mooie zonnige dagen. We gingen vaak "of-piste" met het kompas erbij.
Op 10 mei kwamen Nije Faam en Giebateau weer
terug van de gletsjers met enthousiaste verhalen. Op zondag 11 mei (De verjaardag
van mijn vader 1922-1993) gingen we met z'n allen een pizza eten en wij vroegen
gelijk een "cruising permit" of "Zarpe" aan voor een maand. Op 12 mei, 's morgens
vroeg, regende het maar Nije Faam en Giebateau vertrokken toch omdat ze al uitgeklaard
waren.
Wij vertrokken een uurtje later en toen was het al weer droog en zonnig. We zeilden
wat, maar omdat de wind recht tegen was besloten we om te gaan motorzeilen en te
profiteren van het mooie weer. Het valt namelijk niet altijd mee om westwaarts te
komen in de fjorden tegen de heersende westenwinden in. Omdat we op deze manier
de andere twee schepen inhaalden konden we nog wat mooie foto's van elkaar maken
in het Beagle kanaal. Een apart idee om de enige drie jachten te zijn die nog rondvaren
en dan ook nog drie(zes) gekke Hollanders. Wij slaagden er in om die dag 38 mijl
te maken en meerden af in Caleta Eugenio op Isla Hoste (54°55'78Z 68*29'48W).
Jullie kunnen binnenkort weer op de foto's zien hoe mooi en lieflijk het hier is.
Misschien wordt het wel eentonig maar we raken niet uitgekeken en gefotografeerd.
We hebben een dik handboek met vrijwel alle ankerplaatsen in Chili en Argentinië.
Dit boek heet de "Patagonia Pilot" en is gemaakt door Mariolina Rolfo en Giorgio
Ardrizzi. We hebben hen in Ushuaia ontmoet en hen ook wat aanvullingen, uit onze
eigen ervaring, voor de nieuwe editie van hun Almanak gegeven. Zij hebben hun hart
verpand aan Patagonië en dat kunnen we ons voorstellen. We hebben ook al hun nieuwe
aanwijzingen gekregen.
Deze Almanak geeft voor elk baaitje aan of het beschut is en voor welke windrichtingen, hoe diep het is, waar de rotsen onder water zitten en hoe je het handigst kunt afmeren/ankeren. Wij zoeken uiteraard het liefst een plek die voor alle windrichtingen beschut ligt. Maar Oostenwinden komen hier sporadisch voor. Meestal ankeren we net binnen de ingang en varen dan achteruit de smalle baai in en maken dan met twee of meer lijnen vast aan bomen of rotsen omdat het vaak te smal is om rond je anker te zwaaien. We varen zover achteruit als de diepgang toelaat en dan lig je meestal zo dicht tegen de bomen dat de (westen)wind over je heen blaast. Het anker trekt zo "tegen de helling op" en houdt dus ook erg goed. Het enige nadeel is dat de windgenerator het niet doet in de luwte dus we moeten af en toe "stroom draaien". Maar dan is de boiler ook weer lekker warm en we zetten de watermaker aan.
De volgende morgen lag er een laagje ijs
in de baai zodat ik met de Zodiac voor ijsbreker moest spelen om de lijnen aan de
wal los te maken. Er zat ook overal rijp op en we kregen behoorlijk "kaowe klaowe".
Ook het oprollen van onze speciale 100 meter touw-rollen was koud werk voor de handen.
Maar het zonnetjes scheen en we gingen weer eenzaam maar happy op weg naar Caleta
Olla (spreek uit Osja). Deze Caleta (kreekje) ligt vlak bij de Holanda gletsjer
en ook nu liggen we weer in een prachtige omgeving. We hebben ons afgemeld bij het
dichtstbijzijnde Armada station en afgesproken dat we hier een of twee dagen blijven
en ons weer melden als we gaan vertrekken. Dan hoeven we ons niet elke morgen en
avond om acht uur te melden.
Op 14 mei zijn we aan de wandeling/klim begonnen
naar de gletsjer. Die ziet er vanuit de verte prachtig blauwig uit. Van wandelen
kwam echter niet veel omdat we door het stroomdal van de gletsjerbeek moesten. Dit
bleek een moerasachtig gebied te zijn, met dicht struikgewas, waar je behoorlijk
kon wegzakken in de blubber en waar we vaak moesten omlopen om kleinere stroompjes
te kunnen oversteken. Toen het ook nog begon te sneeuwen zijn we via een omtrekkende
beweging naar het strand voor de gletsjer gegaan en naar de dinghy terug gelopen.
We hopen snel naar onze verste Caleta te kunnen varen.
We waren bang dat het zicht zo slecht zou worden dat we de weg moeilijk zouden terugvinden
ondanks de kepen die ik met de machete in dode bomen hakte. Bij de dingy aangekomen
waaide het al behoorlijk dus we werden nog een beetje nat tegen de wind en natte
sneeuw in. Maar aan boord brandde het kacheltje en zijn we lekker gaan lezen en
rommelen. "s Avonds komen hier vaak vissersbootjes de nacht doorbrengen. We vermoeden
dat ze 's middags hun netten, korven of lijnen uitzetten en ze 's morgens weer inhalen.
Ik ben tegen donker nog even naar ze toe gevaren voor verse vis maar die hadden
ze niet. De jonge vent sprak een beetje engels en beloofde morgen langs te komen.
Dan krijgt hij van ons een paar flessen bier en wat sigaretten.
Als het hier voorjaar is komen we er weer
langs op weg naar het Noorden. We willen nu nog naar Caleta Beaulieu. (54°47'85Z
69°37'65) Daar kan je ankeren tegenover de gletsjer die nog op zeeniveau uitkomt.
Bijna negen jaar geleden rond 31 juli 1999 begon onze relatie op de Beaulieu River
aan de Solent (Zuid Engeland).
Het is nog vijfentwintig mijl verder maar de wind is hard west momenteel dus we
blijven even lekker liggen. Er staan golven in het Beagle kanaal. Dat kunnen we
van hieruit zien. De erwtensoep staat te pruttelen op het kacheltje. En misschien
komt de visser nog langs met verse vis. Die blijft hier wel goed als je hem buiten
laat liggen bij temperaturen rond het vriespunt. Dat klinkt misschien allemaal zielig,
die kou en zo. Maar we hebben het geweldig naar ons zin en hebben het best comfortabel.
Over een paar dagen, als het weer niet te ongezellig is, gaan we weer terug naar
Puerto Williams. Onze "Zarpe" is geldig tot 11 juni. Dan is het al weer bijna de
kortste dag hier. Waarschijnlijk gaan we dan weer terug naar Argentinië (Ushuaia)
om nog wat dingen te repareren zoals de KG-zender en de Webasto. Verder wil ik onder
alle dakluiken een plexiglas luik maken dat dan op de randen van de muggen-horren
kan liggen waardoor er een tien centimeter dik soort "dubbel glas" ontstaat Dat
houdt de warmte beter vast en gaat condens tegen op de aluminium luikranden. Op
de zijramen wil ik aan de buitenkant ook plexiglas plakken met tweezijdig plakband
als dat lukt. Intussen zal Paula weer achter de naaimachine gaan om allerlei hoezen
e.d te maken on bijvoorbeeld de schoorsteenpijpen in op te bergen als we varen.
Verder willen we in onze wintertent over de kuip een zware rits maken zodat we er
gemakkelijk in en uit kunnen als het sneeuwt. Dan sneeuwt de kuip tenminste niet
vol met die tent erover. We hebben al een verlengstuk dubbelwandige pijp gemaakt
om de terugslag van valwinden in de kachel te verminderen. En hebben jullie die
mooie ronddraaiende "gek" al gezien die boven op de schoorsteen staat?
Inmiddels is het 17 mei en we liggen nog
steeds in Caleta Olla. Er is steeds een gure westenwind geweest maar vannacht nam
hij af en nu is het windstil. Vanmorgen lag er ruim zeven centimeter sneeuw op dek.
Die hebben we geruimd. Gelukkig hebben we de kleine wintertent bij ons zodat de
kuip niet vol sneeuwt. Het zicht is zeer matig en in de sneeuwbuien slecht dus we
houden hier nog maar even vol. Als het niet snel opklaart gaan we in kleine etappes
terug naar Puerto Williams. Dan blijven we lekker onderweg nog een paar dagen liggen
op mooie plekjes waar je wat beter wandelen kunt. Dat is hier niet goed mogelijk.
Gisteren toen het droog was zijn we vanaf het strandje achter de boot wat gaan lopen
maar het laagland is te moerassig en het bos is vrijwel ondoordringbaar. Toch zijn
we niet zielig hoor. De dagen vliegen om met lezen, brood bakken, happy hour, mailtjes
schrijven. En Paula schrijft een heel dik dagboek vol.
Op 18 mei zijn we op weg gegaan voor het
laatste stuk van deze trip en naar het voorlopig verste punt voor deze winter. 's
Morgens hadden we nog even een onaangename verrassing toen we ontdekten dat er een
jerrycan met motorolie was gaan lekken. Er was een klein scheurtje in gekomen. Gelukkig
was het beperkt gebleven tot de bak met technische voorraden (onderdelen en filters
e.d.) zodat er verder geen schade was. Maar wel een vette troep die opgeruimd moest
worden. Even balen dus.
De westenwind was behoorlijk afgenomen maar nog wel tegen en het was ook behoorlijk
koud. Gelukkig scheen de zon weer zodat we mooie vergezichten hadden op de ijskap.
We bemerkten dat de elektronische kaarten
hier steeds meer begonnen af te wijken. Ze zijn hier in wezen onbruikbaar. We leken
inmiddels over het land te varen. Vergelijking met het radarbeeld wees uit dat de
afwijking hier 1,2 zeemijl is. Of te wel: ruim twee kilometer. De elektronische
kaarten worden gemaakt naar de gegevens die de Hydrografische Diensten of Marines
van de verschillende landen verstrekken. En aangezien veel Chileense kaarten nog
steeds uit de 18-de en 19-de eeuw zijn klopt het niet allemaal even nauwkeurig.
Daar kan de producent van elektronische kaarten eigenlijk ook niks aan doen. Hoewel
ze wel steeds meer zullen gaan corrigeren met zoiets als "Google Earth". Maar Patagonië
heeft waarschijnlijk geen hoge prioriteit.
Je kunt ook geen andere "Chart-datum" gebruiken in je GPS want de fout is niet constant.
Dat betekent dat je uitsluitend op zicht en met peilingen kunt varen want de Satelliet-navigatie
(GPS) stuurt je ook de bergen in. De radar is hier een geweldig hulpmiddel want
dat is eigenlijk ook (radar)"zicht". Wat een radar doet is, in wezen, steeds een
peiling en afstand nemen van een object (rots of berg bijv.) in relatie tot je eigen
schip of positie. Je herkent op het radarbeeld dus de vormen van landtongen en eilandjes
zoals je ze normaal op een kaart ziet. Kijk binnenkort maar eens bij de foto's.
Alleen de satelliet route-punten die we uit de Patagonië Pilot van Mariolina en
Giorgio halen zijn in principe correct. Want die zijn door hen zelf vastgesteld
ter plaatse en niet uit een (onnauwkeurige) kaart gehaald. Je moet dan wel altijd
rekening houden met type-fouten natuurlijk.
Een hulpmiddel dat we hier ook eens moeten noemen is onze "Forward Looking Sonar"
van het merk Interphase. Dit, uit de USA geïmporteerde, apparaat is een soort diepte-scanner
die, onder water, vooruit kan "kijken". Hij geeft een soort waaiervormig, horizontaal
radarbeeld van de situatie voor de boot uit. Maar wat we vaker gebruiken is de verticale
scan waarbij je de diepte voor de boot op het beeld ziet. Dit beeld is gemakkelijker
te interpreteren dan het horizontale tenzij je een bemanningslid hebt dat constant
met het apparaat kan bezig zijn.
Na een paar uur konden we "Seno Pia" indraaien. Voor de ingang (54°55'.49S/69°17'.58W) ligt een ondiepte die is achtergelaten door de gletsjer die ooit het Beagle Kanaal heeft uitgesleten of door de gletsjers die Seno Pia hebben gevormd en zich nu een paar mijl hebben teruggetrokken. Aan de zijkant en/of aan de voorkant laat zo'n gletsjer een rand puin achter die een Morene wordt genoemd.
Bij een van die gletsjers, in Caleta Beaulieu
(54°47'85Z 69°37'65) wilden we overnachten. Maar helaas stond de wind verkeerd en
er lag inmiddels zoveel ijs dat we daar niet konden liggen. Het waren weliswaar
hoofdzakelijk kleine brokken maar er zaten ook flinke stukken keihard gletsjerijs
tussen. Dit alles was met een dunne ijs-laag aan elkaar gevroren. Het was allemaal
in de hoek gewaaid waar we zouden moeten ankeren. We konden er wel voorzichtig doorheen
komen met de boot maar het leek ons geen goed idee om daar te blijven. Het zou 's
nacht wel eens flink aan elkaar kunnen vriezen.
We gingen dus terug naar de west-arm van Seno Pia en vonden daar een veilig maar ongezellig hoekje voor de nacht. (Caleta del Sur-54°45'.68S/69°42'.15W) Maar aangezien het tegen het eind van de middag liep en het al weer behoorlijk koud was gingen we er toch maar voor anker met een lijn op de wal en een lijn aan een rots-eilandje; met acrobatische toeren op de gladde, besneeuwde rotsen. Je hebt namelijk weinig keus om te ankeren omdat het vrijwel overal elders gelijk 50 of 80 meter of nog meer meters diep is.
De volgende morgen voeren we een mijl of
twee verder de fjord in om bij de andere gletsjer te gaan kijken maar ook hier had
zich al een groot ijsveld gevormd dat de gletsjers onbereikbaar maakte. Net voor
het ijsveld was een heel klein baaitje (Caleta del Norte-54°46.380S/69°40.603W)
waar we goed konden liggen en we bleven daar tot de volgende morgen. We hoopten
maar dat het pakijs zich niet verder zou uitbreiden en ons baaitje zou insluiten.
We voeren met de Zodiac de grote baai rond tot aan het pakijs en gingen aan land
in ons baaitje waar we een mooie klim maakten door de diepe sneeuw. We doen dit
rondvaren op het moment steeds met onze reddingvesten aan omdat het water bijna
nul graden is. En een rubberboot is een kwetsbaar ding. Maar goed: Honderd meter
zwemmen lukt waarschijnlijk ook al niet; of je nu een reddingvest aan hebt of niet.
We waren hiermee voor dit seizoen gekomen tot het verste punt. En daar namen we
dus een glaasje (hele fles) Champagne op. In "ons" voorjaar komen we hier weer langs
op weg naar het noorden.
Hier lukte het gelukkig ook om de Webasto weer aan de praat te krijgen. Ik was hem
aan het testen en toevallig was Paula buiten en hoorde een geborrel uit de uitlaat
komen. Er leek dus water in te zitten. Dat geeft tegendruk en dan verhindert de
elektronische beveiliging dat de kachel aanslaat. Of er zeewater in is gekomen (in
Straat Le Maire bijvoorbeeld) of dat het condenswater was weten we niet. Maar na
het laten leeglopen van de uitlaat sloeg de kachel onmiddellijk aan. Daar waren
we erg blij mee want we realiseren ons dat je hier erg kwetsbaar bent met maar één
kachel. Je zult niet gelijk dood vriezen in een dikke slaapzak maar het wordt wel
gelijk erg armoedig en vochtig en onaangenaam. Eventueel kunnen we, als derde mogelijkheid,
ook de gasoven aanzetten in geval van nood.
Het was mooi om een tijdje in dit indrukwekkende
gebied te zijn maar het bezwaar is dat je er eigenlijk niet goed kunt wandelen.
Er lag nu ook een dik pak sneeuw maar het zijn allemaal erg steile hellingen en
alles is erg dicht begroeid. Als er geen pakijs ligt kan je wel met de dinghy op
onderzoek uit maar dat ging nu dus bijna niet. Wat dat betreft zijn de baaien in
het oostelijk deel van het Beagle kanaal aantrekkelijker. Daarom gingen we na twee
dagen op de terugweg. Er zou weer slecht weer aan komen dus we gingen voorlopig
terug naar ons vertrouwde plekje in Caleta Olla.
Na weer twee dagen ondernamen we een poging om met een naar noord-noordoost gedraaide
wind verder te gaan maar hoewel we de eerste anderhalf uur volkomen windstilte hadden
zagen we in de verte ineens schuimkoppen op het water. We snapten het niet en dachten
aan een sterke stroming door een nauw gedeelte. Maar het duurde niet lang of we
hadden 30 knopen tegenwind en een heel steile golfslag. We begonnen dus op te kruisen
maar het was zo oncomfortabel, en ook koud en nat, dat we na een tijdje besloten
om lekker terug te gaan. Zodra we tien minuten op de terugweg waren viel de wind
weer grotendeels weg. Het was dus een erg plaatselijk fenomeen. We besloten opnieuw
een poging te wagen maar even later was het weer zeer onaangenaam. Nu gingen we
dus definitief terug naar Olla. We hoorden later van Nije Faam dat de Sposmoker
die dag was aangekomen in Ushuaia met schade aan de mast vanwege die harde wind.
Een catamaran geeft niet mee in plotselinge windstoten omdat hij nauwelijks kan
hellen zoals een kieljacht.
Pas drie dagen later zijn we weer op weg gegaan. Het was die dagen steeds winderig
en bewolkt weer. We hebben op het strandje een vuurtje gestookt en het brandbare
deel van onze vuilnis verbrand. En we hebben gewandeld langs het strand en o.a een
Guanaco (Grote Lama) verrast die op 10 meter afstand kwam langs galopperen. Helaas
duurde het even om het fototoestel te pakken dus we hebben hem alleen op de rug
kunnen fotograferen.
De 24-ste was het weer mooi zonnig weer en we voeren naar Caleta Victor Jarra, vlak
tegenover Ushuaia. Hier lagen we in een heel klein baaitje met prachtige wandel-mogelijkheden.
We betrapten twee kleine varkentjes (jonge wilde zwijntjes nemen we aan}. Ze staan
in geen enkel naslagwerk over Vuurland. Paula zag ze op 30 meter afstand maar ze
waren zo naïef dat ik ze tot op vier meter kon naderen voor ze me in de gaten kregen.
Steeds een stapje dichterbij en niet op dorre takjes trappen. We hebben dus leuke
foto's. Jammer dat ik geen pijl en boog bij me had. Maar goed, dat had toch niet
gemogen van Paula.
Ook in Victor Jarra hadden we, na de eerste dag, weer twee dagen koud weer met harde
wind (af en toe 8 á 9 bft)dus er werd weer veel gelezen die dagen. Het anker zat
er zo diep ingetrokken dat de ankerlier het er niet uit kreeg. Zelfs de ankerketting
had wel een meter (schuin) in de grond gezeten. Door met de motor naar voren en
er overheen te varen kwam het anker pas los. Het is wel een prettig idee dat het
Spade-anker zich zo vast zet want we lagen rondom maar zo'n 20 á 30 meter van de
rotsen. En je ziet 's nachts geen hand voor ogen als het bewolkt is. Op een ochtend
hebben we rond vijf uur toch maar onze kleren aangetrokken om er snel bij te zijn
als er iets fout zou gaan. Het waaide hard (Windstoten ruim boven de 40 knopen)
en dan lig je toch niet lekker in bed. Je kunt met die kou niet in je pyjama of
ondergoed naar buiten hollen als het plotseling nodig is.
Toen het dan ook weer opklaarde besloten we om in een keer door te gaan naar Puerto
Williams waar we de 28-ste Mei arriveerden. We liggen weer bij de jachtclub, hebben
elektra en wachten een paar dagen tot we een noorden-windje krijgen om naar Ushuaia
te zeilen.
Liefs van Peter en Paula.