Hallo allemaal.

Wij hebben vanmorgen om 0.800hr het kleine baaitje Caleta Hoppner (54°46.855S/64°24.360W) verlaten. Nu liggen we in de buitenbaai ten anker te wachten op het juiste getij. Ca. 14.30 vertrekken we via straat Le Maire naar het Beagle kanaal. En daar hopen we 20 uur later in Baya Relegada(54°52.55S/67°20.40W) of Puerta Haberton het anker te laten zakken. Haberton (54°53.10S/67°18.65W) is beroemd, daar werd de eerste estancia in Vuurland (boerderij/ nederzetting) gesticht door dominee Bridges, zijn vrouw en kinderen in het jaar 1886. In Relegada is alleen maar een baai en verder niets. In Haberton schijnt er een visitors centre, een barretje en een boekwinkeltje te zijn. Ook organiseren zij zomers natuur-excursies, eventueel te paard. Maar het is hier nu herfst, en misschien is alles nu wel gesloten. We zien wel! Eerst maar eens zien er te komen. We laten jullie weten hoe het er is als we aangekomen zijn.

Om 12.30 vanmiddag (6 april) liggen wij geankerd in Puerto Haberton. Een van de oudste boerderijen (estancias) van Vuurland. We zijn er gelijk even wezen lunchen. Misschien kunnen we bij het restaurant een boodschappenlijstje inleveren voor verse spullen. Dat gaan we morgen eens proberen.

Het was een zeer ruige tocht. Een van de ruigste die we ooit gemaakt hebben. We hadden in Straat Le Maire vijf uur stroom tegen i.p.v mee zoals verwacht. Daarna liepen we een tijdje goed maar de zee was zeer hoog en steil vanwege wind tegen tij. Ik denk dat je er bijna geen eb kunt verwachten. Alleen minder vloed tegen.


In het Beagle Kanaal kregen we midden in de nacht ook nog een flinke bui voor een paar uur recht op de kop met regen en dertig knopen in het echt pikkedonker. Het was niet leuk maar we liggen nu lekker in het zonnetje en blijven hier een aantal dagen. Zeker als we vers eten kunnen krijgen.
Pacific Blue deed het weer voortreffelijk! We verleggen op deze manier elke keer onze grenzen.

Na een prettig verblijf op het prachtige en ongerepte Staten Eiland zijn we in de ochtend van 5 april uit de binnenbaai vertrokken. Je moet weer door de smalle doorgang en het is het beste om dat rond hoog of laag water te doen. Dan heb je minder stroomversnellingen in de doorgang.

Omdat het tij in Straat Le Maire pas 's middags om een uur of drie gunstig leek, zijn we weer voor anker gegaan in de buitenbaai tot het tijd was. Het passeren van Straat Le Maire is een lastige aangelegenheid omdat er zeer veel stroom staat en je moet er dan voor zorgen dat je ook de wind mee hebt omdat er anders erg steile en gemene golven ontstaan. Nu is de afstand die je moet overbruggen tot Cabo Buen Suceso ongeveer dertig mijl dus je moet ook niet te laat vertrekken. Want dan krijg je later het tij weer tegen. Er wordt aangeraden met de tijd van "Hoog Water Bahia Buen Suceso" midden in de straat te zijn. Maar dat betekent dat je de eerste uren de stroom nog tegen hebt. De wind zou NNW 4 zijn dus dat ging nog. Maar het eerste stuk zou dan tot voorbij Cabo San Diego de wind tegen zijn. Om half drie waren we het wachten moe. Je zit toch op hete kolen. We verlieten Puerto Hoppner en er bleek een hoge zee te staan door de NNW-wind. En het waaide eerder "vijf" dan "vier". Met de motor er bij konden we redelijk hoog lopen zonder stil te vallen tegen de hoge golven (ruim drie meter) in. Naarmate we Cabo San Diego echter naderden werden de golven steiler en steiler waardoor we op een gegeven moment over bakboord geen voortgang meer konden maken. We zijn over stuurboord weggedraaid en hebben een lange slag gemaakt om ruim (een paar mijl) om de kaap heen te kunnen komen. Rond rots-kapen waar veel stroom staat krijg je een zeer warrige zee met hoge, steile golven en draaikolken. Het lijkt of het water "kookt".
Toen we ruim voldoende "hoogte" hadden gingen we weer overstag en konden toen, niet al te hoog aan de wind, in westelijke richting zeilen. Intussen hebben we er nog maar een tweede rif in getrokken. Doordat nu de stroom nog schuin tegen de wind in stond klotste het alle kanten op. Er was geen golfpatroon in te ontdekken. De boot bokte en dook in een volkomen willekeurig patroon. Maar doordat we redelijk "ruim" (60 graden aan de wind) konden varen liepen we een flinke snelheid. Althans, door het water. Het bleek dat we drie a vier knopen stroom tegen hadden. Dus de grondsnelheid was slechts 4 knopen. We moesten westwaarts blijven varen tot we ongeveer midden voor de zestien mijl brede ingang van de Straat waren. Je bent dan het verst verwijderd van beide oevers waar de meeste brekende golven ontstaan. Met een grondsnelheid van vier knopen doe je daar dus uren over. Het was zo ruig dat we in de verleiding kwamen om terug te gaan. Maar we besloten door te zetten omdat het schip het eigenlijk goed deed. Bovendien was het maar de vraag wanneer er weer een goed moment kwam om het weer te proberen. (De Sposmoker heeft er nog een maand gelegen.)

We hebben wel de hele middag en avond, om beurten, met de hand gestuurd omdat we dachten dat de stuurautomaat het niet aan zou kunnen. We moesten af en toe vol aan het stuurwiel hangen om niet "uit het roer te lopen". Aldus vorderden we slechts langzaam en de stroom werd ook maar niet minder. We konden wel om een uur of vijf afvallen tot ruimwinds. We begonnen te geloven dat we het verkeerd berekend hadden maar zowel Jürg als Paul hadden bevestigd dat we de goede tijd van hoogwater hadden. Doordat we eigenlijk wat vroeg vertrokken waren kwamen we ondanks de stroom tegen ongeveer met de kentering midden in de Straat aan. We zaten maar te hopen op het afnemen van de stroom en uiteindelijk een flinke stroom mee. Maar alles wat er gebeurde was dat de tegenstroom langzaam afnam tot bijna nul en stroom mee hebben we eigenlijk niet gezien. Doordat de tegenstroom afnam werd de zee wel rustiger en gelijkmatiger. Om een uur of zeven konden we de stuurautomaat weer aan zetten. En rond tien uur rondden we Cabo Buen Suceso en waren we Straat Le Maire uit. We riepen nog even de Giebateau op op kanaal 16 en het bleek dat ze een mijl of twintig voor ons uit zaten. Helaas hebben zij geen zee-marifoon zodat we elkaar op kanaal 77 niet konden bereiken.
We waren blij dat we dit rot stuk hoofdzakelijk met daglicht hadden kunnen doen. In het donker lijkt alles nog veel hectischer. Begin Mei is de bemanning van een Argentijns jacht, op weg naar Buenos Aires, van boord gehaald en het schip is verloren gegaan in deze beruchte Straat. En zij hadden nog wel wind en stroom mee naar het noorden.

Overweging.

Terugdenkend aan deze tocht vermoeden we dat je zuidwaarts varend eigenlijk geen (eb)stroom mee kunt verwachten. Vanuit de Grote Oceaan staat een sterke oostgaande stroom rond Kaap Hoorn. Deze wordt veroorzaakt door de constante trein van depressies met harde en stormachtige westenwinden ten zuiden van de continenten. Een deel van deze stroom passeert ten zuiden van Staten Eiland en een deel splitst zich af door Straat Le Maire. Deze stroom zet zich voort langs de Falklands (Falkland Current) en verder noordelijk langs de kust. Je ziet op de zeekaarten dat de pijltjes van vloed- en ebstroom, ten zuiden van Staten Eiland, beide naar het oosten wijzen. Dat lijkt vreemd maar het betekent dat de vloedstroom extra versterkt wordt door de altijd oostwaarts gaande oceaan-stroming en dat de ebstroom erdoor wordt teniet gedaan. Ditzelfde proces doet zich ook voor in Straat Le Maire. Daarom is mijn vermoeden dat je eigenlijk geen echte ebstroom kunt verwachten maar hoogstens een vermindering tot bijna nul. Misschien dat het met langdurige noordenwinden wat beter is maar die komen hier niet vaak voor.

De laatste loodjes.

We zeilden nu ten zuiden van Vuurland en in de luwte van de kust. Het werd dus een stuk aangenamer maar het was inmiddels wel pikkedonker. Daarom besloten we om niet in Puerto Espanol (De eerste ankerbaai om het hoekje) te gaan ankeren maar door te varen naar Puerto Haberton, waar we rond de middag hoopten aan te komen. Maar voordat we in de beschutting van de eilanden van het Beagle Kanaal kwamen kregen we nog een zware bui met dertig knopen zuid-westen wind over ons heen. Het was pikkedonker en we kruisten met motorsteun enige uren tegen een zeer snel opgelopen zeegang in. Giebateau had geluk dat zij net Cabo Pio gerond hadden en naar het noord-westen konden afvallen. Wij hadden enige uren worstelen nodig om er voorbij te komen. Maar toen werd het dan ook rustiger en in de sombere ochtendschemering zagen we de besneeuwde heuvels langs het Beagle Kanaal. Maar toen de zon wat hoger kwam zagen we ver in het westen de helder-witte toppen van de besneeuwde Andes (Cordillera Darwin) Weer zo'n moment dat je een voldaan gevoel hebt dat er weer een moeilijk traject achter de rug is.

Paula en ik hebben veel gelezen had over de eerste vestiging van "blanken" in Vuurland daarom wilden we ankeren in Puerto Haberton waar Dominee Bridges de eerste Estancia (Haberton) had gebouwd in 1886. Het was een lieflijke omgeving waar we een dag of tien hebben doorgebracht. We ankerden ook in twee andere baaien,(Bahia Relegada en Bahia Cambaceres). Het was een fijne omgeving om te wandelen en te ontspannen. Het restaurantje en het museum van Haberton waren nog open tot 15 april. Er was niet veel meer te krijgen mar we namen een paar keer een lekkere verse maaltijdsoep of koffie met zelf-gebakken taart. Tot ons geluk was de jongen, Stefan, die het cafe runde bereid om voor ons een partij boodschappen te laten meebrengen uit Ushuaia zodat we weer goed in de verse spullen zaten. We spraken nog met Thomas Goodall en zijn vrouw Natalie Prosser-Goodall. Thomas is een van de nazaten van Dominee Bridges. En Natalie is beroemd om haar natuuronderzoek (Cum-laude Biologie) dat zij hier door de jaren heen als ex-amerikaanse heeft gedaan. Daarom is hier met sponsor-geld een modern natuurhistorisch museum gebouwd waarin met name de zee(zoog)dieren een plaats hebben gekregen. Beide zijn inmiddels rond de zeventig en lijken niet al te fit. Het is niet duidelijk of hun dochters de boel wel willen voortzetten. Het runnen van de Estancia wordt steeds minder rendabel. Een aantal jaren geleden ging ook nog een groot deel van de schaapskudde (10.000 dieren) verloren toen er een meters dikke laag sneeuw viel en er onvoldoende voedsel was te vinden voor de schapen. Daarom is voor Thomas en Natalie het toerisme tijdens de korte zomer van groot belang om de eindjes aan elkaar te knopen. We hadden wel het idee dat je meer zou kunnen doen met het verhuren van een aantal cabins en het organiseren van paardrijtochten e.d. Het lijkt ons dat er best liefhebbers zijn om ook buiten het seizoen in zo'n mooi gebied te verblijven. Je zorgt voor voldoende voedsel, je stookt je houtkachel, je wandelt en leest. We hebben ervaren dat je hier pas echte stilte vindt.
Tijdens ons verblijf in dit gebied kregen we een voorproefje van de winter met sneeuwbuien en erg harde wind. Maar hoewel de baaien niet veel beschutting bieden tegen de wind zelf, zijn ze wel ondiep en vrij klein. Je kunt dus achter dertig meter ankerketting liggen in zes meter diep water. Nou. dan houdt ons "Spade" anker het wel met veertig knopen wind. En echte golven bouwen zich ook niet op. Zelfs het kacheltje bleef het doen doordat we (voor anker) de wind steeds de wind recht op kop hadden. In Ushuaia heb ik in navolging van Paula Kamstra een "gek" op de schoorsteen gemaakt van een aluminium melkkoker. Die draait met alle winden mee. (Je zou het ook een "politicus" kunnen noemen)

Omdat Paula op 17 april jarig zou zijn wilden we voor die tijd in Ushuaia zijn om dit samen met Paul, Mariëtta, Paul en Carolien te vieren. Maar dan moet je eerst nog dertig mijl tegen de vaak stevige winden in door het Beagle Kanaal. Op 14 april was het 's middags aardig weer en we besloten om vast een klein stukje de goede kant op te gaan. We namen de route langs de smalle en schilderachtige noordkant van Isla Gable waar we voor de nacht ankerden. De volgende morgen gingen we op weg voor het laatste stuk. Aanvankelijk hadden we nog flinke wind tegen en we kregen nog een groot kelp-eiland rond kiel en roer. Daar moesten we hard achteruit-varend van los komen. Om drie uur meerden we af naast de Nije Faam aan de steiger van AFASyN.
Omdat we in Mar del Plata al in Argentinië waren ingeklaard nam de papierwinkel weinig tijd en konden we Ushuaia gaan bekijken. Hoewel de buitenwijken tamelijk armoedig zijn naar onze begrippen, is het centrum erg gezellig. Het doet een beetje aan als een wintersport plaatsje in Oostenrijk. Er zijn goede winkels, goede supermarkten (o.a. Carrefour) en veel leuke restaurantjes met voor ons zeer lage prijzen.
De 17-de hingen er slingers in de boot en was er een grote taart en kadootjes voor Paula. 's Avonds gingen we met z'n zessen uit eten bij een gerenommeerde "Tenedor Libre", een lopend buffet met allerlei gegrild vlees en heel veel lekkere hapjes en goede wijn. En dat alles voor vooroorlogse prijzen.
Het gaat ons wel bevallen hier. We gaan de boot verder klaar maken voor de winter en het belangrijkste is dat de Korte Golf radio wordt gerepareerd. Dat valt hier niet mee. Verder wil ik in de dekluiken een plexiglas binnenraam maken waardoor je een soort dubbel-glas krijgt met een tussenruimte van 8 cm. Dat isoleert goed en gaat condensvorming tegen op de aluminium raamprofielen.
Dan willen we ook nog naar de gletsjers voor de baaien dichtvriezen. En als het dan echt winter is willen we de boot een aantal weken in Ushuaia aan een mooring leggen of in Puerto Williams en dan met de bus naar Patagonië ten noorden van Staat Magellan. Maar dat lezen jullie wel weer in een volgend verhaal.

Omdat we in Mar del Plata al in Argentinië waren ingeklaard nam de papierwinkel weinig tijd en konden we Ushuaia gaan bekijken. Hoewel de buitenwijken tamelijk armoedig zijn naar onze begrippen, is het centrum erg gezellig. Het doet een beetje aan als een wintersport plaatsje in Oostenrijk. Er zijn goede winkels, goede supermarkten (o.a. Carrefour) en veel leuke restaurantjes met voor ons zeer lage prijzen.
De 17-de hingen er slingers in de boot en was er een grote taart en kadootjes voor Paula. 's Avonds gingen we met z'n zessen uit eten bij een gerenommeerde "Tenedor Libre", een lopend buffet met allerlei gegrild vlees en heel veel lekkere hapjes en goede wijn. En dat alles voor vooroorlogse prijzen.
Het gaat ons wel bevallen hier. We gaan de boot verder klaar maken voor de winter en het belangrijkste is dat de Korte Golf radio wordt gerepareerd. Dat valt hier niet mee. Verder wil ik in de dekluiken een plexiglas binnenraam maken waardoor je een soort dubbel-glas krijgt met een tussenruimte van 8 cm. Dat isoleert goed en gaat condensvorming tegen op de aluminium raamprofielen.
Dan willen we ook nog naar de gletsjers voor de baaien dichtvriezen. En als het dan echt winter is willen we de boot een aantal weken in Ushuaia aan een mooring leggen of in Puerto Williams en dan met de bus naar Patagonië ten noorden van Staat Magellan. Maar dat lezen jullie wel weer in een volgend verhaal.


Groetjessssss van Peter en Paula