8 Juni- Wonen in je kleren.
Hier, aan de kust, is het momenteel weer mooi weer. De week dat wij in de Pantanal
zaten heeft het hier veel geregend en was het, voor hier, zelfs koud. In Saõ Paulo
een stuk verderop hebben ze zelfs de koudste nacht gehad sinds 2000. Daar hebben
wij in het binnenland ook wel wat van mee gekregen, denken we. Want, grote grutjes,
wat hebben we het in de Pantanal vaak koud gehad; vooral 's nachts en de eerste
2 dagen. De mevrouw van het reisbureau in Niteroi, die de vlucht regelde naar Campo
Grande, zei; "Het is daar heel erg heet. Neem spul mee tegen muskieten en ook je
korte broek. En ook lange dunne kleding tegen de muskieten." Gelukkig ben ik (Paula)
altijd wel een beetje op kou voorbereid. Ik had een truitje en een vest bij me en
niet alleen t-shirts.
We vlogen vanuit Rio via Sao Paulo naar Campo Grande, waar we naar een reisbureau gingen om iets te boeken voor een paar dagen Pantanal. Ze kwamen daar o.a aan met een voorstel en dat kostte maar liefs 1500 reias (€ 600) p/p voor 4 dagen. Je ging dan o.a. met zo'n toeristische dubbeldekker-boot de rivier op en nog wat van dat soort grootschalige activiteiten waar wij niet van houden.
Opeens vroeg deze jongedame waar we vandaan kwamen. "Holland": zeiden we. "Wat leuk" zei ze: "Vorige week waren er hier ook twee Hollanders." Wij vroegen: "Waren dat Paul en Carolien?" Ja hoor, dat klopte. Waarop wij vroegen: "Wat hebben zij gedaan en waar zijn zij naartoe geweest?" En zo kwamen wij terecht bij een heel ander reisbureau, in een jeugd hostel, dat Ecologische reizen organiseerde naar de Pantanal; low budget en primitief natuurlijk; voor de jongeren. Maar alles stond ons eigenlijk goed aan. Bovendien waren ze erg flexibel om van alles even te regelen. We mochten douchen in het Hostel en ze konden zelfs regelen dat we die zelfde avond nog op het kamp zouden zijn. Dat gaf ons weer een dag extra. En voor de laatste nacht kregen we een gratis kamer met douche in het Youth Hostel. Tickets voor de 5 uur durende bustocht werden geregeld en de chauffeur geïnstrueerd waar we er uit moesten. En daarna vervoer per rammelende vier-wiel truck vanaf een bushalte in de "middle of nowhere", in het pikkedonker, over een brede, hobbelige zandweg en door de rimboe naar het kamp. Dat duurde ook nog een klein uur. En zo kwamen wij 's avonds om 2300 uur aan in een donker kamp (geen elektriciteit).
Onze aardige chauffeur, Jatu, liet ons zien welk koepeltentje voor ons was en legde uit dat het om 0600 uur de volgende morgen reveille en ontbijt was. Aangezien we geeneens een zaklantaarn bij ons hadden was het even rommelen in het donker voor dat we lagen maar gelukkig was het volle maan, dus we konden nog wel wat zien. Het kamp ligt heel grofweg op 19*.30 Z en 57* W. Ik ben nog nooit zo blij geweest dat we zo vroeg moesten/mochten opstaan. Want ik/wij hebben het die hele nacht vreselijk koud gehad. Met zijn tweetjes onder een dun dekentje, en zo goed als op de koude grond.
's Morgens hebben we maar niet gedoucht, want de douches hebben alleen koud water. Het water werd met een motorpomp in een groot, hooggeplaatst vat gepompt vanuit de rivier. Voor drinkwater was er een filtersysteem in de kantine. De gidsen dronken trouwens gewoon uit de rivier. Het water is overal glashelder. Na het eenvoudige ontbijt met heerlijke koffie kwam onze gids, Gabriël, zich voorstellen en gingen we om ± 07.00 op stap.
We gingen op zoek naar dieren. We stapten met nog een stel andere mensen in de open vrachtwagen en zo werden we vervoerd naar een verderop gelegen stuk wildernis. Met nog twee franse jongelui en Gabriël liepen we door het bos/oerwoud met grote open plekken moeras. Al gauw zagen we een groepje wilde zwijnen. Later een stelletje apen en een ree en natuurlijk veel vogels. Je ziet veel roofvogels, gieren, een groot soort ooievaar met een zwart-rode kop, reigers in alle soorten (witte, grijze, blauwe en koe-reigers), grote groene parkieten, blauwe en rode Ara's en heel veel kleine vogels zoals watervogels, kolibries en rood-kop kardinalen. Die laatste zijn in Nederland volière-vogels.
Verder Capibara"s, Armadillo's (gordeldieren), Civetkatten, Otters en Anaconda's (wurgslangen). Alleen die Anaconda's en de Jaguar hebben wij niet te zien gekregen in deze week. En dan natuurlijk geweldig veel kaaimannen. Op elke glooiende oever lagen we wel een paar te zonnen. Ook liggen er overal karkassen van dode koeien te stinken. Die worden weer lekker opgegeten door de gieren e.d.
Teruggekomen op het kamp stond er een eenvoudige
maar lekkere maaltijd klaar. Veel frisse salade en spaghetti met vlees en rijst.
Prima allemaal.
We zijn tussen de middag bij de kokkin een heleboel dekens gaan regelen. Daar kon
ik me net mee warm houden de tweede nacht. Peter heeft minder last van de kou. Voor
de derde nacht heb ik er nóg een deken bijgehaald en heb mijn kleren maar aangehouden.
"s Morgens zat er rijp op het gras. De rest van de dagen hebben we eigenlijk in
onze kleren gewoond. Ook wel eens lekker, hoor. Alleen elke dag een schone onderbroek
aan! Toen de zon 's middags scheen hebben we trouwens ook even lekker, koud, gedoucht.
's Avonds was er een kampvuur waar Peter zich als oud-padvinder meestal mee bezig hield. Voor de kenners: hij maakte een mooi stervuur waar je de dikke balken stersgewijs steeds verder inschuift naarmate ze opbranden. En de "bar" was open voor een Caipirinha of pilsje. We hebben erg leuke kontakten gelegd met een aantal jongelui en ook erg leuke gesprekken gevoerd. De meeste waren tussen de twintig en dertig maar we hadden niet de indruk dat we erg vreemd werden aangekeken.
Allemaal reislustige jongelui die wat van de wereld wilden zien. Er was o.a. een
Nieuw-Zeelandse knul/man met een Chileense vriendin waar we adressen mee hebben
uitgewisseld. We zijn welkom op de familie boerderij in midden Chili. Hij houdt
zich bezig met de ontwikkeling van kleine, arme gemeenschappen in o.a. Bolivia.
Het toverwoord is tegenwoordig "Permacultuur".
Het zo goed mogelijk gebruik maken van de natuurlijke omgeving. Maar zodanig dat
je de hulpbronnen niet uitput. Van een Noor hoorde ik dat ze bijvoorbeeld proberen
om paddestoelen te kweken op huishoudelijk en dierlijk afval om een goede voedingsbron
voor de mensen te vormen. Ook met deze Noor en zijn Argentijnse vriendin hebben
we de email-adressen uitgewisseld. Zij werkt voor een Canadese reisorganisatie die
ook reizen in Patagonië organiseert.
De tweede dag zijn we, in zo'n anderhalf á twee uur, met de grote Truck naar een ander gebied gereden waar een tweede veldkamp was. Koud dat het was in de vrachtwagen zo vroeg in de morgen! Hier liepen ook de paarden in een groot ruig gebied. Tot ons geluk zouden wij 's middags pas rijden want de ochtendgroep is niet aan rijden toegekomen omdat de jongens de paarden niet konden vinden. Wij gingen 's ochtends eerst een flink stuk lopen met Gabriël. We waren maar met zijn drieën en daardoor zagen we veel dieren. Met een grote groep maak je zoveel lawaai dat ze al weg zijn. Zo overvielen we ook een Grote Miereneter; een heel apart beest. Tussen de middag werd er op een houtvuur een maaltijd bereid door de leider van het kamp en Gabriël. Dat was ook weer uitstekend te eten met o.a. verse sla en een paar gebakken Piranha's. Inmiddels ging Gabriël er ook op uit om paarden te vangen. Hij was er in geslaagd om er twee te pakken te krijgen en daarop konden ze sneller het gebied in.
Gabriël is daar in de buurt geboren op een fazenda (boerderij) en kent het gebied als zijn broekzak. Bovendien kan hij natuurlijk lezen en schrijven met de paarden. Na verloop van tijd kwam hij dan ook met een kudde van een stuk of tien paarden aan, zodat de middaggroep wel kon rijden. Wij splitsten ons weer af met zijn drieën want er zaten nogal wat beginners bij de groep waardoor het niet echt opschoot voor een stel ervaren gaucho's als wij (ahum!). Je rijdt door prairie-achtige gebieden met moerassen, vennen en bossages; soms door ondiep water. Er staan wel hekken om het vee een beetje bij elkaar te houden. Maar het zijn stukken land van vele, vele hectares en je mag gewoon door het hek heen een volgend gebied in. Niemand die begint te roepen dat je z'n gras kapot rijdt of zo. Het is heel erg ruig terrein dus het stoort niemand.
Toen Paula en ik 's avonds het veldkamp nog wat opruimden werden we plotseling "aangevallen" door een wild varken. Hij kwam luid knorrend recht op ons af gehold. Ik waarschuwde Paula en greep een flinke stok om hem op afstand te houden. Dat hielp en hij begon rond te scharrelen in de kampkeuken. Naderhand kwam Gabriël en die begon het beest op zijn buik te kriebelen waarna hij als een poes op zijn zij ging liggen zuchten en kreunen. Hij bleek tam te zijn en als big op het kamp opgegroeid te zijn. Hij leeft wel gewoon in de wilde natuur.
In het donker ging het terug naar het basiskamp met een schijnwerper op het dak van de truck. Daarmee betrapten we nog allerlei dieren onderweg, waaronder een Civetkat en een paar Capibara's; een groot soort knaagdier. Denk maar aan een marmot ter grootte van een flinke hond. Het was koud in de achterbak dus we kropen bij terugkomst lekker bij het kampvuur met een paar Caipirinha's. Daardoor sliepen we ook als een os.
De derde dag zijn we op Piranha's wezen vissen maar omdat het wat bewolkt was lukte dat niet erg. Niettemin was het fijn om lekker buiten te zijn. Gabriël scharrelde later ergens bij een brug een boot op die bij het kamp hoorde en daarmee peddelden we, met een halve peddel en een plankje, de rivier af, terug naar het kamp. "s Middags zijn we met een BB-motor erop met zijn drieën een heel eind weg geweest. Daar vingen we wel een paar Piranha's en het was er zo stil dat de kaaimannen op de boot afkwamen in de hoop een hapje te krijgen. Gabriël bond een stuk vuile, stinkende pens aan een touw waardoor we wat spectaculaire foto's konden maken.
Nu zullen er mensen zijn die zeggen dat je door dit alles de natuur verstoort. Als je echter de uitgestrektheid van dit gebied ziet, begrijp je, dat de kans dat bijvoorbeeld zo'n kaaiman twee keer door mensen wordt "lastig gevallen" vrijwel nihil is.
De Pantanal is grofweg 400 bij 300 kilometer
groot; dus flink groter dan Nederland! Dan zijn de Oostvaardersplassen maar een
zielig stukje, he? Het lijkt, qua natuur, trouwens wel erg op de Oostvaardersplassen.
In de regentijd staat het gebied grotendeels onder water en dan schijnt het er ook
te sterven van de muskieten. Daar hadden we nu totaal geen last van. Alleen moest
je na zonsondergang zorgen dat je van de rivier af was. De laatste ochtend konden
we een tweede keer paardrijden. Daar hadden we speciaal om gevraagd. Tussen haakjes;
Hoe primitief het kamp ook was. De communicatie tussen het hostel en het kamp-organisatie
verliep uitstekend. We hebben nergens twee keer om hoeven vragen en ook de terugreis
was weer uitstekend geregeld. We waren over alles erg te spreken. Dagelijks kwamen
er mensen bij en gingen er weer mensen weg. Dat verliep allemaal soepel. We willen
deze organisatie graag aanbevelen. We zullen net als voor de duikschool een mededeling
op de website zetten binnenkort. www.pantanaltrekking.com
Maar goed.
Deze ochtend hadden ze een paar paarden binnen de omheining gehouden. Daardoor hadden we al gauw weer een heel stel ter beschikking. Ditmaal hebben we met de hele groep gereden en wisten zowaar de Miereneter weer te betrappen. Samen met Gabriël dreef ik (Peter) te paard het dier naar de groep zodat iedereen mooie foto's kon maken. Daarna liep hij op een sukkeldrafje weg dus hij was niet erg nerveus geworden.
Ik had trouwens hetzelfde paard als twee
dagen ervoor. Toen was hij niet vooruit te branden. Maar vandaag was hij zo fel
als wat. Voor de kenners: hij was erg "voorwaarts". Dat betekende dat hij lekker
wilde galopperen. Hij sprong zelfs vanuit stap gelijk in galop. Ik ging vaak wat
vooruit en dan weer helemaal naar achteren om niet steeds te hoeven stappen. Hardstikke
leuk!!
Op de terugweg moesten we ze kort houden omdat ze in galop naar het kamp wilden.
Dat is voor de beginners te gevaarlijk. Een van de meisjes had de indruk gekregen
dat ik een zeer ervaren ruiter ben. Helaas was Paula's paard nogal een slome zodat
zij dit keer wat baalde.
's Avonds kwamen we, na een lange rit per
truck en Toyota-busje, weer aan in het hostel waar we een lekkere douche namen er
er vroeg in lagen.
De volgende morgen hadden we nog even tijd om wat te winkelen en we kochten wat
leuke kadootjes in een paardensport winkel. Allemaal mooi leren spul. Daarna bracht
Al ons met zijn eigen auto naar het vliegveld en 's avonds laat kwamen we na een
lange reis per vliegtuig, bus en taxi weer op de boot die er glanzend gepoetst bij
lag. Ze hadden het houtwerk binnen zelfs in de was gezet en het bed was heel mooi
opgemaakt met de handdoeken in een vlinder gevouwen er boven op. Prachtig! Zo eindigde
een van de beste weken van onze reis tot nu toe.
En onmiddellijk na terugkomst werden we via
Luciana en Renato opgenomen in een groep leuke Brazilianen waarmee we het hele lang-weekend
hebben opgetrokken. De meesten spreken engels gelukkig.
Bovendien werd hier een lang weekend gehouden van de Braziliaanse "Kustzeilers"
zodat het druk en gezellig was op de haven. Het was de Cruising Club van Brazilië.
We worden door iedereen begroet en hebben veel uit te leggen over ons schip. En
we maakten kennis met een Spaans stel met drie kinderen op een van der Stad 40'.
Zij weten nog niet zeker of ze "zuid" gaan of Panama met de kinderen. Ze hebben
ook nog geen kachel bijvoorbeeld.
Voor het eerst veel "echte" zeilers gezien en gesproken. We hebben al een stam-cafe
waar we begroet worden als Pedro y Paula.
Helaas hebben we vandaag (zondag 10 juni) met droefheid afscheid moeten nemen van
onze Braziliaanse vrienden. Zij moeten maandag weer aan het werk. Het is ongelooflijk,
hoe warm en lief deze mensen zijn. We werden als oude vrienden opgenomen in de groep.
In eerste instantie via Renato en Luciana.
We gingen een nachtje naar een baaitje met vier boten en kregen onmiddellijk lekker
te eten en de volgende dag in de haven ook weer. Negri bijvoorbeeld is een oud-gevechtsvlieger
bij de Braziliaanse Luchtmacht op de F5E. Maar een man met een klein en emotioneel
hartje als hij een Braziliaans liedje zingt bij de gitaar. En bij het afscheid een
traan in zijn ooghoeken. Wij vonden het ook moeilijk. Maar we weten, dat als we
bellen, we zo bij hen terecht kunnen in Rio. En omgekeerd ook natuurlijk. We hebben
het gevoel dat we ze nog wel eens zullen ontmoeten. Lieve, lieve mensen, zijn vrouw
Eliane ook.
Kijk dat is dan weer een van de moeilijke dingen van de reis. Steeds afscheid nemen.
Liefs van Peter en Paula