Hallo allemaal,

Op het moment zijn wij een beetje (veel) gefrustreerd. Verwachtingsvol zijn we in Rio aangekomen, of te wel in Niteroi er tegenover. Via via en de pilots wisten we dat er in Niteroi een zeer goed geoutilleerde jachtclub was. Voor de nacht zijn we bij die haven voor anker gegaan, zodat we de volgende morgen om een plekje konden vragen. De volgende morgen meldden wij ons aan in een tamelijk verlaten marina. Dat klopte, want de boel was die dag gesloten.
De vorige dag, 1 mei, de dag van de arbeid, was een extra vrije dag. Daarom kreeg de jachtclub, i.p.v. maandag op dinsdag een schoonmaakbeurt. Eigenlijk waren we niet echt welkom, maar we kregen uiteindelijk een plaats toe gewezen helemaal aan de buitenkant aan de kop van een steiger.

Ook de administratie was deze dag niet aanwezig, zodat men ons geen pasje kon bezorgen om het bewaakte terrein in en uit te gaan. M.a.w. we zaten de hele dag opgesloten in een zeer grote lege marina met tig lege terrasjes en een prachtig zwembad. We besloten om dan maar weer te vertrekken en naar de jachthaven Marina da Gloria in Rio te gaan. Ik ging dat even aan de havenmeester meedelen. Maar onderweg kwam ik Nelson tegen, een lid van de jachtclub. Nelson sprak gelukkig Engels en ik vertelde hem het verhaal en dat we maar weer vertrokken. Wacht maar eens even, zei hij, dat regel ik wel even. Om het verhaal niet al te lang te maken. Hij kreeg alles voor elkaar en we bleven in marina Charitas.


Hierna zijn Peter en ik naar de Ferry gelopen die ons binnen 20 min. naar de overkant bracht. In Rio aangekomen zijn we maar eerst onze papieren in orde gaan maken. Dat is soms lachen en soms een ergernis, in ieder geval kost het je heel veel tijd. Maar iedereen was erg behulpzaam, en als we van het kastje naar de muur liepen, was er altijd wel een bewaker of een politie agent die even mee liep en de weg wees. Toen we om ca. 19.00 weer aan boord waren, hadden we nog niet veel van Rio gezien. Maar dat was niet erg zeiden we tegen elkaar, dat komt morgen wel. Nou dat gebeurde de volgende dag dus ook niet.


We hadden wel gezien en gemerkt dat als de nieuwe, snelle ferry op zo'n 1 km. langs kwam dat het dan flink kon golven. Waardoor we soms wel 1 á 2 meter naar voor en achter geslingerd werden. Je moet namelijk weten, dat je hier met de achterkant van het schip aan een mooringboei ligt. En met de boeg lig je naar de wal. Vanwege de ferry waren we al flink ver van de steiger af gaan liggen. Maar net toe we naar Rio wilde vertrekken, kwam er weer een ferry langs en die maakte zulke grote golven dat we met een enorme knal met de boeg op de steiger terecht kwamen. Bovendien leken de kikkers uit dek te breken. En dat was waarschijnlijk niet de eerste keer. Alleen waren we er nu bij.

Omdat er geen betere plaats was besloten we te vertrekken. Ik naar de administratie. Daar m'n verhaal verteld aan een vreselijk aardige man. Hij liep met me mee naar de boot. Onderweg kreeg ik een heel verhaal. Vanwege de nieuwe, hard varende, ferry's, en de ellende die dat met zich mee bracht, liep de haven leeg. Niet letterlijk. De leden vertrokken. Protesteren bij de ferry helpt geen bal en de gemeente doet er ook niks aan.


Maar goed, we zijn toch vertrokken, naar de dure jachthaven Gloria te Rio. Grote genade jongens, wat een teleurstelling stond ons daar weer te wachten. Een knots van een haven, maar de steiger waar wat zeilboten aan lagen mochten we niet gebruiken. P. Blue was te lang, maar vooral te zwaar voor die gammele steiger. Bovendien waren ook daar maar twee boten bewoond. We werden naar een uithoek van de haven te midden van een stelletje onbewoonde Z-pillen verwezen(van die snelle motor boten). Probeer op die momenten maar eens optimistisch te blijven. Alles is uitgestorven. Er is echt geen bal te beleven; geen zeilers, geen aanspraak, niks.


We hoorden trouwens van die man van de invoerrechten dat er maar 50 buitenlandse jachten per jaar in Rio langskomen en slechts 200 in heel Brazilië. Vandaar dat ze bij alle instanties nog steeds niet weten hoe of wat. Deze man was trouwens erg behulpzaam want we hadden vanaf het begin blijkbaar verkeerde of onvoldoende papieren voor de tijdelijke, kosteloze invoer van ons schip. Maar dat maakte hij zonder zeuren weer onmerkbaar in orde. We moesten ons inschrijven bij de administratie, dat verliep gelukkig correct. Maar wat een ballentent is het hier. Semi sjeik. Maar alles verlopen, oud en slecht onderhouden. Als je de elektriciteitsvoorziening op de steigers ziet; levensgevaarlijk. Draadjes aan elkaar geknoopt, stekkers die los hangen, open zijn, blote draadjes, en dat zo dicht bij het water. Ongelooflijk!!!

Wat scheepswinkeltjes en een paar luxe Yacht-brooker(tjes) en een zeer luxe uitziend restaurant. In een hoekje weggemoffeld een soort snackbarretje met een terrasje onder een stenen trap. Als of je onder een grauw grijs viaduct of busstation zit. En dat voor ruim 50 euro per dagDEEL!!! Dus de ene avond komen en de volgende morgen vertrekken is twee dagen betalen.




Inmiddels was de halve dag alweer voorbij voor dat we naar de douane gingen. Daar aangekomen waren we een half uur te vroeg. Men was lunchen. (Volgens de papieren, die we gekregen hadden, waren ze de open van 09.00 tot 16.30) Wij zijn toen ook maar even ergens een hapje gaan eten. Erg lekker gegeten trouwens in een locals eethuisje. Circa 16.00 uur stonden we met de juiste en gestempelde papieren weer buiten en konden we de stad eens door wandelen. We sloten de middag in Rio af op een terrasje in de zon.



Zo zei Peter, nu hebben we de papieren rompslomp achter de rug, laten we nu eens kijken wat we morgen gaan doen. Ik wilde met een heel oud trammetje naar Santa Teresa en dan door naar het Pão de Acucar(het suikerbrood) en/of naar het wereld beroemde beeld van Cristo Redentor (Christus de Verlosser) op de Corcovado(de gebochelde berg). Dit is een 38 meter hoog, communistisch aandoend, betonnen beeld op een hoge heuvel boven de stad.
Dat leek Peter ook een goed plan. En zo vertrokken wij vanmorgen voor een dagje sight-seeing.

Maar toen ik net van de boot op de steiger gesprongen was, zag Peter, dat we toch schade hadden op gelopen van de klappen die P. Blue tegen de steiger gemaakt had. Het boeg beslag is wat los gekomen van het schip. En daar moet wat aangedaan worden. Achteraf gezien hadden we beter maar aan boord kunnen blijven, want de stemming daalde beneden het nulpunt. Na enige uren was die wel weer boven nul. Maar het werd een flut dag, met meer diepte- dan hoogtepunten.



Na enig zoeken vonden we weggestopt in een achteraf hoekje het tram-stationnetje. Geen wegwijzer te bekennen en ook geen routebeschrijving waar het trammetje allemaal langs kwam. Het trammetje was klein en daarom stonden, hingen en reden er mensen aan de buitenkant van de tram mee. De tram is niet alleen klein maar ook héél oud. Krakend en piepend reed het door oude smalle straatjes en over een oud aquaduct een heuvel op, naar de wijk Santa Teresa. Het had leuk geweest kunnen zijn als de stemming goed geweest was. Maar als je eigen stemming al niet te best is en er dan ook nog eens iemand naast je zit met een zorgelijk gezicht, dan is er niets aan.


 In Santa Teresa zijn we uit gestapt, omdat we dachten hier te moeten overstappen voor het suikerbrood. Maar dat klopte niet, en de jongen bij het VVV, t/o de tramhalte, kon ons niet eens iets vertellen over de rest van de tram route. Wel wist hij een internet-café te zitten. Daar zijn we even onze mails wezen checken, met een lekker kopje koffie en taart. Gelukkig klaarde hier de stemming op. Maar de lunch daarna was niet lekker en ook niet warm. Teruggeven omdat het te koud is gaat wel, maar in het Braz. uitleggen dat het niet lekker is , is een ander verhaal. Een band speelde goede jazz muziek.


Maar Peters broek zakte bijna af toen hij bovenop het bedrag van het slechte eten ook nog eens extra moest betalen voor de muziek ter waarde van ongeveer de prijs van een maaltijd. Dat we daar wat voor zouden betalen was geen punt. Maar dat men dat van te voren niet gezegd of gevraagd had of het op de menukaart had gezet. Het klakkeloos op de rekening zetten, dat ging(vandaag) wel wat te ver. Hierna hebben we de bus genomen naar het centrum, een paar boodschappen gedaan en terug gekeerd naar P.Blue. En nu maar hopen op betere tijden.


Het valt in een land als Brazilië niet mee om je weg te vinden. Als je met een georganiseerde reis mee gaat, wordt er van alles voor je uitgezocht en geregeld. Wij moeten overal achteraan en proberen het wiel uit te vinden. Alles wat toerisme betreft staat hier nog zo in de kinderschoenen. Er is zo goed als geen informatie. Als je een informatiecentrum vind, hebben ze geen of weinig brochures en ze weten niks. Hooguit hebben ze een summier plattegrondje. Daarom hebben wij een goede stadsplattegrond gekocht. Engels spreken ze meestal ook niet. Wat een hoop mensen met een opleiding voor toerisme, zouden hier aan de slag kunnen om een goed georganiseerd toeristen beleid op te zetten.
Financieel gezien zou dat voor het land ook niet slecht zijn. Toeristen brengen een hoop geld in het laatje, nietwaar.


Maar er mag hier nog wel meer veranderen. Als je hoort dat ze hier in Rio, elke dag, schrik niet, 1,5 miljoen ton afval in de baai stortten. Toen wij nog zo'n 20 mijl van Rio vandaan waren, kwam ons een stroom met troep tegemoet, plastic zakken en flessen, blikjes, stukken hout enz. enz. Als we op dat moment zonder apparatuur of kaart gezeten hadden, hadden we alleen maar de stroom vuilnis te hoeven volgen en dan waren we ook aangekomen. Jammer hoor, zo'n prachtige baai en dan zo smerig. Ik eet hier zeker ook geen vis. 70 mijl terug en ook 70 mijl verderop liggen baaien die ze hier de blue water baaien noemen. En dat terwijl ze zelf ook zo'n mooie schone baai zouden kunnen hebben. Helaas niemand doet er wat aan (volgens Braz. die het kunnen weten).

Grote genade, wat is het een lang stuk geworden zeg. Maar ik moest het gewoon allemaal even van me afschrijven. Dus waren jullie de klos hiervan. Rekenend op betere, vrolijkere tijden in Rio, wens ik jullie een fijn voorjaar en mooi weer.

Liefs van ons, Paula

PS
 Inmiddels zijn we deze 5-de mei echt toerist wezen spelen. Maar nu nemen we elke keer de taxi zodat we niet hoeven te zoeken en ons een ongeluk lopen. We zijn toch met een trammetje naar het christusbeeld geweest op 730 meter boven de stad. Het beeld was weliswaar van beton maar was bekleed met kleine stukje zeepsteen dus zag er beter uit dan verwacht.

Daarna zijn we met de kabelbaan naar de top van het suikerbrood geweest met een mooi uitzicht over de baai en haven. Tot onze verbazing wemelde het van de zeilboten en er waren ook wedstrijden. Waar die zeiljachten vandaan kwamen. geen idee. Niet bij ons uit de haven in ieder geval. Aan het eind van de middag besloten we weer te gaan eten bij het restaurantje van eergisteren. Na een lange wandeling bleek het gesloten te zijn. Toen naar een ander goed restaurant maar dat was ook gesloten. Toen we eens goed keken bleken alle restaurants gesloten. OP ZATERDAGAVOND!!!

We voelen ons af en toe net "boertjes van buut'n". Het lijkt wel of we er patent op hebben dat alles gesloten is als wij er naar toe willen. Een behulpzame voorbijganger vertelde ons dat het "Banco do Brasil cultureel centrum" nog open was met restaurant. Dus wij daar naar toe. En ja hoor, daar hebben we lekker gegeten en toen vermoeid terug naar de boot.


 Peter