Hallo allemaal,
Ik had beloofd om over onze tocht van Salvador naar Camamu te schrijven. Over de
tocht op zee valt niet veel te vertellen. Het weer was goed. Het was bijna windstil
en het water om ons heen mooi van kleur. That's all. Behalve dan, dat we de motor
niet goed vonden lopen, alsof we niet op gang konden komen. Zelfs als we 2500 toeren
draaiden kwam er niet meer snelheid uit dan hooguit 6 knopen. Na een uur of 9 motorzeilen,
voeren we de mooie baai van Camamu binnen en vonden een mooi ankerplekje voor een
gehuchtje Campinho geheten. Hier liepen we voor het eerst even vast aan de verkeerde
kant van een staak. (13.54.800S/038.59.600W) We hebben daar heerlijk gegeten: een
diner voor twee. Er werd speciaal voor ons gekookt. Wij waren de enige passanten.
De volgende dag gingen we bij de boot lekker zwemmen en de waterlijn schoonmaken
en de zeepokken er af steken. Maar de stroom was te hard, zodat we er mee stopten.
Later toen het stil water was zijn we verder gegaan. Opeens kwam Peter onder de
boot vandaan en zei; "geef mij eens dat scherpe zeilmes aan, er zit iets om de schroef".
Een paar minuten later kwam hij weer boven en niet alleen met het mes, maar ook
met een grote, zeer gehavende en aan flarden geslagen, zwem-short. De motor loopt
nu weer als een zonnetje. Het was waarschijnlijk al gebeurd bij vertrek uit Salvador.
Nu maar hopen dat we niet de één of andere duikende visser uit zijn zwembroek geholpen
hebben!
Helaas kwam na een wandeling de rubberboot
tegen iets scherps aan de steiger en pffft daar begon het bootje leeg te lopen.
Wij als een haas naar P. Blue met een vinger op het gat en net op tijd waren we
weer aan boord. Peter, de handy-man heeft 'm weer keurig gelapt. Wel lekker zo'n
vent. Vroeger moest ik die klusjes zelf doen! Ná het plakken van het bootje zijn
we maar verderop gegaan, want we konden die dag toch niet meer naar de wal. De lijm
moest drogen. We vonden midden in de bush bush, maar buiten onze zeekaarten, een
romantisch ankerplekje vlak bij een smal zij-riviertje. Ergens in dat zij-riviertje
moest een plek zijn waar je aan wal kon gaan en via een pad van ± 2 km naar het
oceaanstrand kon wandelen.
De volgende dag zijn we met het inmiddels
gerepareerde bootje dat riviertje opgevaren tot we door de overhangende takken niet
verder konden. Aan beide zijden is alleen maar modder en mangrove. We leken wel
ontdekkingsreizigers in het Amazonegebied. Na veel zoeken vonden we een eindje terug
het pad. Nou ja,pad! We gingen even op onderzoek uit. Maar toen ik zag dat Peter
tot bijna aan z'n knieën in de zwarte modder weg zakte, tussen de wegvluchtende
krabben door, bleef ik lekker (truttig) zitten. Ik heb altijd een hekel gehad aan
die vieze zwarte prut tussen mijn tenen. Daarom ben ik ook nooit wezen wadlopen.
Nadat we weer terug waren op P. Blue zijn
we door gevaren naar een wat groter dorpje, Marau geheten. We werden daar heel vriendelijk
bejegend en omdat we de bakker niet konden vinden liep een mevrouw helemaal met
ons mee. Helaas de bakker was al vroeg dicht vanwege Pasen! Een poosje later zaten
we tegenover haar huis/winkel, waar we al een heerlijk gebraden kippetje gekocht
hadden, wat te drinken. En toen kwam ze ons een soort uien-cake brengen. Dan hadden
we toch wat te eten! We hebben nog een poosje met haar zitten praten zo goed en
zo kwaad als dat ging, in ons steenkolen Portugees.
Hierna zijn we weer verder gevaren, we wilden
verder de rivier op naar Cachoeira de Tremembé en Cachoeira Veneza. Dat was een
spannend tochtje omdat er geen vaarkaarten van dit gebied bestaan. Stel je maar
voor om op de wadden te varen zonder kaart en zonder boeien. Het is hier alleen
wel wat beschutter. Op een Portugees toeristisch boekje na is er niet veel bekend.
Precies op het moment dat we tegen de avond het anker uit wilden brengen op een
in het boekje geadviseerde ankerplaats, liep de diepte in één klap terug van 5 meter
naar 2. We zaten aardig vast op een harde zandbank. Maar gelukkig, onder luid gebrul
van de motor, ploegden we ons vrij.
Voor de zeilers: Het was bijna hoog water en net volle maan geweest.
De volgende dag, bij laag water, bleek, dat
er dwars over de rivier een grote zandbank lag vanwege de zijrivier waar de watervallen
uitstroomden. Deze zijrivier had een dikke zandrichel dwars in het "hoofdvaarwater"
gevormd.
Nou ja, hoofdvaarwater van twee tot vijf meter diep dan! Eng varen, hoor.
Vandaag eerste paasdag, zijn we met de dinghy naar de Cachoeira's geweest. Een Cachoeira is een waterval. Omdat het de laatste tijd niet geregend had, hadden we verwacht dat er niet veel water naar beneden zou komen. Maar dat viel alles mee! Wat niet mee viel is, dat, toen we aankwamen er zo'n 4 á 6 jochies aan kwamen lopen, die, alsof we stroop aan onze achterwerken hadden, overal met ons mee liepen. Het voelde werkelijk als Zwaan Kleef Aan. Als wij stil bleven staan, bleven zij ook staan, gingen wij zitten, enz. enz. En ons maar aanstaren. Het bleek dat er vlakbij de waterval, ook een restaurantje was, waar we een hapje konden eten.
De jochies gingen ook aan een tafeltje zitten. En maar kijken en smoezen. Totdat
er nog een paar andere knullen bij kwamen en er weer gesmoesd werd. Waarna er twee
richting onze dinghy verdwenen. Peter vertrouwde het niet. Hij er achteraan en hij
maakte foto's van ze. Hij liet ze aan die jongens zien, met de woorden; "Als er
iets met het bootje gebeurd dan heb ik een foto van jullie en dan ga ik er mee naar
de Policia Federal." Waarschijnlijk was dat voldoende want daarna hebben we ze niet
meer gezien. De watervallen waren best mooi en het water was heerlijk koel, maar
doordat je het gevoel had, dat je, door weet ik hoeveel ogen, bijna uitgekleed werd,
kon ik er niet echt van genieten. Peter had hier minder moeite mee.
Na ons bezoek aan de Cachoeira's zijn we weer in de richting van Marau gevaren, en dit keer zelfs weer op een ondiepte gevaren, waar we met moeite vanaf kwamen. Leve de Yanmar. Het is erg spannend varen in een rivier waar je geen vaarkaart van hebt en waar geen boeien liggen. Op sommige stukken hadden we midden in de rivier maar 30 cm onder de kiel. Maar dit soort grappen halen we alleen maar uit met opkomend tij, zodat we weten dat we altijd weer los komen. Want reddingsdiensten e.d. hebt je hier niet en het is hier ook bijna totaal verlaten.
Wat we de komende dagen gaan doen weten
we nog niet precies, maar ik denk, dat we weer een baai verderop zullen gaan of
60 mijl verder naar Ilheus. Als daarover weer wat aardige dingen te vermelden zijn,
laat ik het weer weten.
Liefs Paula